De agenten, een man en een vrouw, werden in april 2013 geconfronteerd met Stok in de Fazantstraat in Rotterdam. Hij had gedronken en had twee vrouwelijke stadswachten belaagd die hem hadden bekeurd om zijn loslopende hond.

De agent die het dodelijke schot loste beschreef de wegrennende en verwilderde Stok als een „ongeleid projectiel”. Ook dacht hij dat Stok zwaaide met een soort hakbijl, wat later een wandelstok met een handvat en een metalen punt bleek te zijn.

De agent en zijn collega, die ook schoot maar miste, dachten dat Stok een willekeurig iemand die op zijn pad kwam iets zou kunnen aandoen. Stok, vader van een dochtertje, werd terwijl hij wegrende in zijn rug geraakt in de binnentuin van zijn eigen wooncomplex.

De nabestaanden van Stok hebben via de rechter vervolging van de agenten afgedwongen. Zij zijn ervan overtuigd dat Stok niet rondliep met de bedoeling om iemand iets aan te doen.