Islamitische Staat nauwelijks zwakker dan een jaar terug
WASHINGTON (AP). Hoewel er miljarden euro’s zijn uitgegeven en meer dan tienduizend extremisten zijn gedood, hebben de luchtaanvallen van de internationale coalitie onder leiding van de Verenigde Staten terreurbeweging Islamitische Staat nog altijd niet verzwakt. Dat is de conclusie van de Amerikaanse inlichtingendiensten. De militaire campagne heeft weliswaar voorkomen dat Irak volledig ten prooi viel aan IS en heeft ertoe geleid dat IS in Noord-Syrië onder druk kwam te staan, maar feitelijk is er een strategische impasse ontstaan, aldus inlichtingenspecialisten.
Volgens de analisten blijft IS gewoon een goed gefinancierd leger van extremisten die eenvoudig de gelederen kan aanvullen met buitenlandse strijders. Bovendien breidt de beweging zich nog altijd uit naar andere landen zoals Libië, Egypte en Afghanistan.
De inschatting van de CIA en de Militaire Inlichtingendienst (DIA) lijkt in strijd met het positieve beeld dat de speciale gezant van president Barack Obama schetst. Oud-generaal John Allen zei vorige week nog dat ‘IS de strijd in Irak en Syrië aan het verliezen is’. „We hebben geen betekenisvolle afname van hun aantal gezien”, zegt een bron bij de inlichtingendiensten echter. Geschat wordt dat er tussen de twintig- en dertigduizend extremisten aan de kant van IS vechten. Die inschatting is hetzelfde als augstus vorig jaar, toen een begin werd gemaakt met de luchtaanvallen op doelwitten van IS.
De veerkracht van IS heeft geleid tot vraagtekens bij de wijze waarop de regering omgaat met de dreiging die van IS uitgaat. Hoewel de regering er niet vanuit lijkt te gaan dat er vanuit Syrië en Irak aanslagen in het Westen worden beraamd, is de oproep van IS aan het adres van moslims in het Westen om moorden te plegen een serieus probleem geworden. Analisten denken dat het nog jaren kan duren voordat IS kan worden verdreven uit de gebieden die de beweging in handen heeft.
De internationale coalitie heeft enkele bressen geslagen met hulp van Syrische en Koerdische bondgenoten. In totaal is IS in de eerste zes maanden van 2015 9,4 procent van zijn grondgebied kwijtgeraakt. Bovendien zijn de extremisten het momentum kwijtgeraakt dat ontstond na hun bliksemaanvallen van vorig jaar. „In Raqqa worden ze langzaam verstikt”, zei een activist die het IS-bolwerk eerder dit jaar is ontvlucht. „Het gevoel is niet langer dat Raqqa een veilige plek is voor de groep.”
Syrisch-Koerdische strijders en hun bondgenoten hebben het grootste deel van Noord-Syrië al heroverd op IS. Zo werd in juni de stad Al-Abyad ingenomen. De stad was meer dan een jaar in handen van IS en vormde een belangrijk doorvoerpunt voor goederen uit Turkije. De Koerden namen ook de stad Ein Issa in, een draaischijf voor goederen en strijders even ten noorden van Raqqa. Als gevolg daarvan moeten de extremisten van IS steeds nieuwe manieren zoeken om goederen hun gebied binnen te smokkelen. Bovendien wordt Raqqa steeds vaker gebombardeerd, waardoor de bewegingsvrijheid van IS ernstig wordt ingeperkt. Dat IS het zwaarder begint te krijgen blijkt ook wel uit het feit dat in Raqqa steeds harder wordt opgetreden. Toch is het grote beeld dat IS onverminderd sterk is.
In Irak heeft IS nog altijd de provinciestad Ramadi stevig in handen. Volgens de VS is het cruciaal dat de Iraakse regering de soennitische inwoners van de provincie Anbar voor zich wint, maar dat lijkt vooralsnog niet te lukken. Bovendien lijkt de training van rebellen door de VS om de strijd met IS aan te gaan maar weinig vruchten af te werpen. Ook heeft IS zijn tactieken aangepast op het Amerikaanse beleid om burgerslachtoffers te voorkomen. Extremisten mengen zich nu onder de bevolking.
IS weet zich gesteund door enorme inkomsten uit olie. Naar schatting strijkt IS jaarlijks ruim 450 miljoen euro op met de verkoop van olie. Dat komt nog eens bovenop de ruim negenhonderd miljoen euro die IS heeft geroofd van banken in hun gebied.