In Boedapest bevindt zich de op een na grootste synagoge ter wereld
De grootste synagoge van Europa, roepen de reisgidsen. Met –heel ongewoon– ook een orgel, indertijd zelfs het grootste orgel van Hongarije. Redenen genoeg om het Joodse gebedshuis aan de rand van het voormalige Joodse getto in Boedapest te bezoeken.
Al op een afstand zijn de twee uivormige torens van de Grote Synagoge zichtbaar. Het dominante gebouw aan de Dohany utca, de Tabakstraat, heeft een Moorse uitstraling.
We gaan naar binnen en krijgen witte keppeltjes uitgereikt. Het verrassend grote interieur wordt nostalgisch verlicht door kroonluchters. Op het eerste gezicht lijkt dit eerder een rooms-katholieke of een lutherse kerk dan een Hongaarse synagoge – zeker ook gelet op het forse orgel boven het liturgisch centrum.
Al sinds mensenheugenis maken Joden deel uit van de Hongaarse maatschappij. Koning St. Stefan, grondlegger van de Hongaarse staat, bood de Joden vrijheid en zelfs privileges. Andere vorsten, onder wie Andreas II, beperkten hun rechten juist sterk. De Turken respecteerden de Joodse religie vanwege de gemeenschappelijke wortels met de islam.
Katholieke synagoge
In de beginjaren van de 19e eeuw namen de Joden actief deel aan de samenleving en droegen zij bij aan de welvaart. In deze zogenoemde reformperiode namen zij veel gebruiken van de westerse maatschappij over. Die assimilatie uitte zich ook in een vrijere vormgeving van hun synagogen en de acceptatie van het orgel.
In 1848 leefden er meer dan 10.000 Joden in Pest en bouwden daar kleine sjoels. Maar die boden op den duur te weinig ruimte. De inwijding van een grote synagoge in Wenen bracht hen op de gedachte om ook zo’n groot gebedshuis te gaan bouwen. Dit zou de Dohany Street Synagoge worden – de op een na grootste ter wereld. Alleen in New York bevindt zich een nog grotere.
Leidraad bij de bouw was: respect voor de Joodse tradities én ruimte aan meer liberale ideeën, volgens de traditie van het neologe judaïsme. Gekozen werd voor een stijl met zowel romantische als oriëntaalse kenmerken, overeenkomstig het plan van de Oostenrijkse architect Ludwig Förster. Deze had tot dusver eigenlijk alleen maar rooms-katholieke kerken ontworpen. Smalend suggereerden critici dan ook „dat de Dohanytempel de mooiste katholieke synagoge ter wereld zou worden.”
Het gebouw doet nauwelijks denken aan een orthodoxe synagoge. De façade bevat veel symbolische elementen van een gotische rooms-katholieke kerk: twee hoge torens, een roosvenster, een ingang met een triomfboog. Maar toch ook typisch Joodse attributen, zoals de Hebreeuwse inscriptie boven de ingang: „Bereid een heiligdom voor Mij, zodat Ik onder hen kan wonen.”
Ook kenmerkend zijn de twee stenen tafelen met de Tien Geboden, geplaatst tussen twee torens. De markante torens met de uienbollen symboliseren de twee zuilen van de Tempel van Salomo. „En wanneer alle 1600 lampen branden, baadt het interieur in licht en komen de echt Byzantijnse stijl, de blauwe en purperen motieven in het plafond tot hun recht”, vertelt een gids. Toch kan de indruk van een klassieke rooms-katholieke kerk niet worden weggenomen.
Thorarollen
Het gebedshuis telt ongeveer 3000 zitplaatsen, boven voor vrouwen en op de begane grond voor mannen. Boven de Ark van het Verbond is een kleine davidsster te zien. „Kijk eens naar de eeuwige vlam in het midden, boven het symbool van de zon. En let op de half cirkelvormige inscriptie die roept: „Prijs de Naam van God van de opgang tot de ondergang van de zon.”
De Ark van het Verbond is de plaats waar de Thora, de vijf op perkament handgeschreven boekrollen van Mozes, worden bewaard. De synagoge bevat 25 Thorarollen, deels afkomstig uit andere synagogen. Het interieur van de Ark van het Verbond is versierd met een blauw karpet met gouden sterren daarop. En boven de rollen hangt een grote kroon. Het orgel en de koorruimte zijn achter dit heiligdom geplaatst.
Tuin
In de woning naast de sjoel werd de bekende zionist Theodor Herzl, schrijver en grondlegger van een eigen Joodse staat, geboren. Nu bevindt zich op die plek het Joods Museum, aan de synagoge vastgebouwd. Ook kwam daarachter de Hero’s Temple, ter nagedachtenis aan de Joden die in de Eerste Wereldoorlog omkwamen. Verder werd er een fraaie tuin aangelegd – die later een tragische rol zou gaan vervullen.
Begin december 1944 werd achter de synagoge het laatste Joodse getto opgezet. Ondanks de bevrijding van de overlevenden in het getto door het Russische leger, op 18 januari 1945, kwamen er in de laatste wintermaanden 10.000 van hen om. De tuin van de synagoge werd noodgedwongen het kerkhof van martelaren, die meestal niet meer konden worden geïdentificeerd en daarom ter plekke in massagraven werden gelegd.
Als bondgenoot van Duitsland werd Hongarije aanvankelijk niet bezet. Maar dit veranderde in maart 1944, toen Hitler het land binnenviel. Met Adolf Eichmann aan het hoofd verscheen de Gestapo en deporteerde binnen drie maanden de gehele Joodse bevolking op het platteland naar Auschwitz. Cijfers zeggen genoeg: voor de Tweede Wereldoorlog leefden er 750.000 Joden in Hongarije, van wie 200.000 in Boedapest. Gedurende het laatste jaar van de oorlog verloren 600.000 Joden het leven, 90 procent afkomstig van het platteland.
Treurwilg
Het Memorial Park achter de synagoge draagt de naam van Raoul Wallenberg, de Zweedse diplomaat die het leven van tienduizenden Hongaarse Joden redde. Het indrukwekkendst in dit park is de Holocaust Memorial Tree ter herdenking van de 600.000 Hongaarse Joden die slachtoffer werden van de nazi’s. De treurwilg, gemaakt van roestvrijstaal en zilver, is het werk van beeldend kunstenaar Imre Varga. Op de dubbele zwarte boog bij de boom is een inscriptie te lezen met de vraag: „Is er grotere pijn dan die van mij?”
De vorm van de boom symboliseert een omgekeerde menora, de zevenarmige kandelaar. Deze beeldt de Holocaust uit, die alle menselijkheid en tradities schond. De 4000 blaadjes bevatten de namen van Hongaarse Joden die omkwamen. Een gedenksteen citeert de beroemde tekst uit de Talmoed: „Wie één ziel redt, redt de gehele wereld.”
Achter de Memorial Tree zijn vier hoge granieten rode kolommen te zien die een vijfde, zwarte kolom omringen die in het midden ligt. Een ode aan niet-Joden die, met gevaar voor eigen leven, hun best deden om Joden te redden in deze verschrikkelijke tijd. Zij worden rechtvaardigen onder de volkeren genoemd – mensen zoals Raoul Wallenberg, Anelo Rotta, Carl Lutz, Giorgio Perlasca en Branquinho.
Opnieuw ingewijd
Gedurende de oorlog werd de Dohanysynagoge vele malen gebombardeerd en later weer herbouwd. Een restauratie was nadien hoognodig. Dankzij duizenden giften kon deze in 1990 van start gaan. Voor het opnieuw aanbrengen van verguldsel op de muren en de meubels werd maar liefst 300 vierkante meter goud van 23 karaas gebruikt. Twee grote kroonluchters zijn ook nieuw, omdat de bezetters er wapens van hadden gegoten.
Na de ingrijpende renovatie, die naar schatting 10 miljoen dollar heeft gekost, werd de vernieuwde synagoge op 5 september 1996 opnieuw ingewijd.
Dit is het tweede deel in een drieluik naar aanleiding van een bezoek aan Hongarije. Dinsdag deel 3: antisemitisme in Hongarije.
Het orgel in de synagoge
Sinds de verwoesting van de Tweede Tempel in Jeruzalem mochten er, als teken van permanente treurnis, in synagogen geen andere muziekinstrumenten dan een ramshoorn als bazuin meer worden gebruikt. Orthodoxe Joden houden zich hier nog steeds aan – in tegenstelling tot de neologe Joden (reformjoden), die zich meer aanpasten aan de maatschappij.
Halverwege de 19e eeuw werd het orgel –aanvankelijk schoorvoetend– geaccepteerd ter ondersteuning van de liturgie. De neologe, tot op zekere hoogte liberale Joodse gemeenschap in Boedapest wilde het meteen goed doen. In de grootste synagoge van hun land zou ook het grootste orgel van Hongarije worden geplaatst.
Orgelbouwer Paulinzell, Thüringen, kreeg de opdracht een vierklaviers instrument met zeventig registers en vier manualen te plaatsen achter de Ark van het Verbond. Tijdens de inauguratie hebben Ferenc Liszt en Camille Saint-Saëns dit orgel bespeeld. In 1902 en 1931 werd het gemoderniseerd en kreeg het een elektro-pneumatische tractie.
Gaandeweg raakte het synagogeorgel echter in verval. Om zijn fluwelige klank te behouden, herbouwde orgelbouwer Jehmlich Orgelbau in Dresden het instrument in 1996 als een Frans-romantisch orgel met 63 registers.
Sinds die tijd speelt het orgel een belangrijke rol in het culturele leven van Boedapest.