Joden vragen excuses Nederland voor Shoah
LOS ANGELES. Anders dan vrijwel alle andere Europese landen heeft Nederland nog nooit officieel excuses gemaakt voor de houding van ons land jegens de Joden in de Tweede Wereldoorlog. Het wordt hoog tijd dat daar verandering in komt, schreef rabbijn Abraham Cooper van het Simon Wiesenthal Instituut in Los Angeles deze week in The Wall Street Journal.
Luxemburg bood vorige maand excuses aan voor rol in de oorlog, als een van laatste landen in Europa die dat nog niet hadden gedaan. „De enige grote uitzondering is Nederland”, schreef rabbijn Cooper met de in Amsterdam opgegroeide Jood Manfred Gerstenfeld in The Wall Street Journal. Nederland zou „stelselmatig” hebben geweigerd om het falen van het oorlogskabinet in Londen te erkennen, dat volgens de brief „geen enkele betrokkenheid” toonde bij wat er gaande was onder de Joodse burgers tijdens de Duitse bezetting.
Cooper en Gerstenfeld noteren de opmerkingen die door koningin Beatrix zijn gemaakt tijdens haar bezoek aan het Israëlische parlement in 1995 (de Nederlanders die Joden hielpen, waren uitzonderingen), maar ze vinden dat veel te weinig. De woorden die premier Balkenende in 2005 uitsprak (hij noemde de houding van veel Nederlanders onverschillig en kil) zijn ook niet genoeg.
Wat de auteurs precies willen? „Wat we naast de excuses willen, is bijvoorbeeld een landelijk educatief programma waarin de waarheid over de Nederlandse rol in de Tweede Wereldoorlog wordt verteld, zoals hoe de Nederlandse regering in ballingschap naliet te handelen”, laat rabbijn Cooper vanuit Los Angeles weten.
De rabbijn denkt dat een excuus bovendien een nationale reflectie teweeg zou kunnen brengen op de huidige opstelling van Nederland. „Misschien helpt het om de schokkende 38 procent van de volwassen Nederlandse bevolking te reduceren die in de demonische stereotypen gelooft dat Israël een uitroeiingsoorlog tegen de Palestijnen voert.”
De suggestie dat de angst voor herstelbetalingen mogelijk een rol speelt in de Nederlandse weigering om tot excuses over te gaan, maakt rabbijn Cooper kwaad. „Dat zou ik als een nieuw voorbeeld zien van het bijtende en schandelijke stereotype dat Joden alleen geld willen zien.”
De rabbijn snapt niet waarom de Nederlandse excuses uitblijven. „De Franse president Chirac heeft de Franse schuld tijdens de oorlog al in 1995 toegegeven.”
Premier Rutte weigerde in februari nog om excuses te maken. Hij verwees daarbij naar de rede van koningin Beatrix in 1995 in Israël. In 2012 stelde Rutte dat er geen „breed gedragen advies” ligt uit de kring van betrokkenen of informatie die zou moeten leiden tot excuses.
Gezien de houding van het kabinet tot nu toe ligt het alsnog aanbieden van excuses niet voor de hand. „Dat lost ook niks op, behalve een rabbijn in Los Angeles tevreden stellen”, zei emeritus onderzoeker dr. David Barnouw van het Instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocidestudies (NIOD) gisteren bij EenVandaag.
Voorzitter Jaap Fransman van het Centraal Joods Overleg zei vrijdagmorgen op persoonlijke titel dat hij de oproep van Cooper en Gerstenfeld „voor kennisgeving” aanneemt. Wat hem betreft hoeft de kwestie „niet opnieuw te worden opgerakeld.” Er zijn al „allerlei uitspraken en gebaren geweest en rond 2000 zijn er herstelbetalingen verricht”, stelt hij.
Wel excuses in andere zaken
DEN HAAG (RD). Nederland bood in 2011 wél excuses aan voor de standrechtelijke executie van veel Indonesiërs in het dorpje Rawagede op Java in 1947. En eerder dit jaar excuseerde het kabinet zich voor de moord op drie moslimmannen die in 1995 werden omgebracht nadat ze de Nederlandse basis bij Srebrenica hadden moeten verlaten. Minister Van der Steur (Veiligheid) bood vorige maand namens het kabinet excuses aan de familie van Bart van U. en de nabestaanden van oud-minster Borst aan voor fouten in het handelen rondom Van U.
In die gevallen droeg het kabinet rechtstreekse verantwoordelijkheid voor de gebeurtenissen. Het kabinet heeft tijdens de oorlog echter niet meegewerkt aan de vervolging van Joden in Nederland.