Commentaar: Glaasje op, laat je rijden
Alcohol en verkeer zijn elkaars vijanden. Elk nuchter mens zal deze stelling onderschrijven. Toch gebeurt het geregeld dat automobilisten onder invloed achter het stuur kruipen. Met alle gevolgen van dien.
Deze week was het weer raak. Een man uit Deventer reed in beschonken toestand de dijk af, met twee kinderen in z’n auto. En een vrouw uit Almere werd stomdronken van de weg gehaald, terwijl zij acht kinderen vervoerde. Wonderwel liep het in beide gevallen goed af.
Maar de cijfers liegen er niet om. Elk jaar komen meer dan honderd mensen om het leven als gevolg van een verkeersongeval waarbij alcohol in het spel is. Dat is ongeveer een vijfde van het totale aantal verkeersdoden. Gelukkig is er sprake van een daling, maar elk slachtoffer blijft er één te veel.
Al tientallen jaren wordt er actiegevoerd tegen alcohol in het verkeer. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw kennen we de slogan: ”Glaasje op, laat je rijden”. Van oorsprong een carnavalslied, maar destijds overgenomen door Veilig Verkeer Nederland om automobilisten te bewegen niet met alcohol achter het stuur te kruipen.
Sinds 2001 kennen we de Bob. Die naam is geen afkorting voor Bewust onbeschonken bestuurder, wel voor Bevolkingsonderzoek op borstkanker. De Bob-campagne is een idee van onze zuiderburen en door Nederland overgenomen. De boodschap luidt kort en goed: ”100% Bob = 0% op”.
Dat blijkt inderdaad de veiligste route, hoewel een automobilist in ons land met maximaal 0,5 promille alcohol (ongeveer twee glazen) achter het stuur mag zitten. Voor beginnende autorijders geldt een strengere limiet: maximaal 0,2 promille.
Toch is het niet verstandig van deze mogelijkheid gebruik te maken. Het blijft vaak niet bij één of twee glaasjes. Alcohol heeft een ontremmend effect. Wie begint te drinken, krijgt vanzelf zin in meer. Dat gaat razendsnel. Alcohol bereikt in ongeveer tien minuten de hersenen. De nuloptie is dus beter.
Tegelijk ligt er een probleem. Uit onderzoek blijkt dat acht op de tien Nederlanders drinken. Een op de acht Nederlanders van 12 jaar en ouder behoort tot de zware drinkers. Het zogeheten comazuipen onder jongeren is een groeiend probleem.
Alcoholgebruik is zo ingeburgerd dat het logischer lijkt om wel te drinken dan niet. Dat maakt campagne voeren tegen alcohol in het verkeer lastig. Toch is het doel, vermindering van het aantal verkeersslachtoffers, de inzet meer dan waard.
Beschonken bestuurders zijn niet alleen een groot gevaar voor zichzelf, ook voor anderen. Het getuigt van weinig verantwoordelijkheidsgevoel om te drinken, terwijl er nog autogereden moet worden.
Het risico bagatelliseren, is niet wijs. Het duurt 1 tot 1,5 uur voordat de lever in ons lichaam het effect van één glas alcohol heeft afgebroken. Dat effect is niet gering. Alcohol werkt verdovend op de hersenen, waardoor remmingen wegvallen, de concentratie en het geheugen verminderen en zelfoverschatting toeneemt. De Bob-campagne blijft daarom onverminderd nodig. Glaasje op, laat je rijden.