De ene zaak was aangespannen door een bedrijf uit Breda, waar de politie eind maart tijdens een inval spullen als afzuigers, luchtverfrissers en spitmachines in beslag nam. In het vonnis stelde de rechtbank woensdag „geen enkele concrete aanwijzing” te zien voor de beschuldiging dat die spullen bestemd zijn voor illegale hennepteelt.

Ook in de andere zaak, tegen een bedrijf uit Terneuzen dat zichzelf profileert als winkel voor „tuinieren in eigen tuin en balkon”, zag de rechter te weinig bewijs en moeten de spullen en een geldbedrag van ruim 5.000 euro terug naar de eiser.

Sinds 1 maart zijn mensen die illegale hennepteelt „voorbereiden of bevorderen” strafbaar. Daar vallen growshops ook onder. Maar in beide recente zaken vinden de eigenaars dat ze helemaal geen growshop runnen.

De rechtbank in Breda tikte justitie op de vingers, omdat de verdenking na vier maanden nog altijd vaag is. „Gelet op de grote belangen van klaagster mag naar het oordeel van de rechtbank van het Openbaar Ministerie verwacht worden dat zij voortvarender onderzoek doet dan thans het geval is”, aldus de rechters.

Beide zaken waren aangespannen door de ondernemers. Als justitie de zaken tegen hen doorzet, moeten ze later voor de strafrechter verschijnen.