Opinie

Commentaar: Toezegging Bouterse roept vooral twijfel op

Zou de waarheid dan toch eindelijk boven water komen? Die vraag dringt zich op nu president Desi Bouterse in een open brief aan een nabestaande van de beruchte Decembermoorden heeft uitgesproken te willen praten over de verschrikkelijke gebeurtenissen in 1982. „Suriname heeft recht op de waarheid”, schrijft hij.

Hoofdredactioneel commentaar
28 July 2015 10:14Gewijzigd op 15 November 2020 20:42

De stap die de Surinaamse president zet, is opmerkelijk. Jarenlang weigerde hij ook maar een enkel gebaar te maken waaruit men zou kunnen afleiden dat hij zich persoonlijk (mede)verantwoordelijk voelt voor de executie in 1982 van vijftien critici van zijn bewind. Wel was hij ten langen leste bereid de ”poli-
tieke” verantwoordelijkheid op zich te nemen. Daarmee zei hij feitelijk: „Zelf kan ik er niets aan doen, maar doordat ik de mantel van heerser van het vaderland draag, tors ik de last van het verleden mee.” Van persoonlijke schuld wilde Bouterse nooit iets weten.

Dat laatste lijkt nu anders. De president erkent in zijn brief van afgelopen zaterdag dat het voor nabestaanden van de vermoorde personen onvoorstelbaar moeilijk moet zijn om juist hem te zien als president van alle Surinamers. Dat wil hij wel zijn. Daarom wil hij meewerken aan waarheidsvinding.

Bouterse is bereid te praten. Een voorstel van een van de achtergebleven familieleden om in een uitgebreid interview de feiten te bespreken, aanvaardt de president. Hij voorziet dat dit een „emotionele tocht” zal zijn.

Eindelijk lijkt er dus een opening. Maar toch blijft twijfel heersen. In de eerste plaats omdat Bouterse tot nu toe elk verwijt in zijn richting heeft weggewuifd. Waarom gaat hij dan nu opeens door de bocht? Begrijpelijk dat mensen zich afvragen of de president wel echt bereid is om opening van zaken te geven en zijn eigen rol eerlijk te belichten.

Is deze toezegging niet veel meer een publiciteitsstunt? Want als de interviews zijn geweest en de uitkomst is voor nabestaanden niet bevredigend, kan de president stellen: „Ik heb de waarheid verteld, maar men gelooft mij niet. Daar kan ik ook niets aan doen.”

De tweede bedenking is dat Bouterse door zijn ambt immuniteit heeft. Daardoor kan hij juridisch niet worden aangepakt zolang hij regeert. Door zijn herverkiezing, eind mei van dit jaar, zit hij tot 2020 stevig in het zadel.

Bovendien heeft hij er in 2012 een amnestiewet doorgedrukt, waardoor een slepend strafproces over de Decembermoorden in een juridisch moeras terechtkwam. Bouterse heeft sindsdien geen enkele poging ondernomen om de vastgelopen procedure weer vlot te trekken. Dat geeft dus weinig hoop dat hij werkelijk schoon schip wil maken.

De derde bedenking is dat Bouterse wel een interview wil, maar tot nu toe steeds geweigerd heeft mee te werken aan een proces. Hij belooft in de brief van zaterdag opening van zaken te geven. Echter, de waarheid in een vraaggesprek vertellen is mooi, maar de waarheid onder ede vertellen is overtuigender. Terecht dat veel nabestaanden –en niet alleen zij– hun twijfels hebben. Als Bouterse werkelijk schoon schip wil maken, dan zal hij zich voor de onafhankelijke rechter moeten verantwoorden.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer