Toyota maakte dinsdag bekend van januari tot en met juni wereldwijd 5,02 miljoen wagens aan de man te hebben gebracht. Volkswagen liet eerder al weten dat de verkopen uitkwamen op 5,04 miljoen auto’s.

Bij beide grootmachten kwamen de verkopen wel iets lager uit dan een jaar eerder. Toyota zag deze met 1,5 procent alleen iets sterker terugvallen dan Volkswagen, waar sprake was van min van 0,5 procent. Het Duitse concern profiteerde vooral van het aantrekken van de vraag in West-Europa. De Japanners hadden juist last van een zwakke thuismarkt.

Volkswagen stelde zichzelf in 2007 al tot doel om ’s werelds grootste autobedrijf te worden. Volgens de plannen van de autofabrikant zou het wereldmarktleiderschap alleen pas over een paar jaar binnen bereik liggen. Volkswagen lijkt dus flink voor te liggen op schema.

Of het de Duitsers lukt om hun positie komende maanden vast te houden, is sterk afhankelijk van de mate waarin het moeilijke marktomstandigheden in China het hoofd kan bieden. Volkswagen is een grote speler in dat land. Voor het eerst in meer dan twee jaar kochten Chinezen in juni minder auto’s dan een jaar eerder. China kampt de laatste tijd met tegenvallende economische groei en stevige koersverliezen op de aandelenmarkten.

Andere delen van de wereld waar het momenteel minder gaat met de autoverkopen zijn Rusland en diverse landen in Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika.