Buitenlandse aanpak computercriminaliteit soms succesvol
Minister Donner van Justitie heeft dinsdag maatregelen aangekondigd tegen computercriminaliteit. Een aantal landen is op dit gebied al verder. Zo verdwenen in Groot–Brittannië en de Verenigde Staten virusmakers achter de tralies en deelden Denemarken en de VS hoge boetes uit aan verzenders van ongewenste e–mail (spam).
Hoewel virusmakers moeilijk te traceren zijn, heeft een aantal landen de afgelopen jaren wel successen geboekt in de opsporing en vervolging. De politie in Roemenië arresteerde vorig jaar de vermoedelijke maker van het Blaster–virus, dat wereldwijd 300.000 computers infecteerde. De Amerikaanse maker van het virus Melissa moest in 2002 twintig maanden de cel in. Een Brit werd in 2003 veroordeeld tot twee jaar cel omdat hij drie virussen had verspreid die internationaal veel schade aanrichtten.
De Filipijnse justitie was vier jaar geleden minder succesvol. De maker van het Iloveyou–virus, één van de schadelijkste virussen ooit, kon in 2000 slechts een lichte straf opgelegd krijgen voor het kraken van toegangscodes. Naar aanleiding van het Iloveyou–virus paste het Aziatische land zijn wetgeving aan.
De eerste veroordelingen van verzenders van ongewenste e–mail, spam, vonden de laatste jaren ook plaats. Een Amerikaanse spammer kreeg in 2003 een boete van 16,4 miljoen dollar (13,2 miljoen euro). Hij zou 825 miljoen spammailtjes hebben gestuurd. In januari van dit jaar kreeg een Deens bedrijf een boete van bijna 55.000 euro voor het versturen van 1500 spamberichten.
De Europese Commissie vaardigde in 2003 richtlijnen uit die het versturen van spam verbieden. Zes landen namen de richtlijnen over, Nederland deed dat nog niet. Ons land maakt in de aanpak van spam onderscheid. Alleen ongewenste e–mail die het verstoren van een computersysteem als duidelijk doel heeft, is strafbaar. De Verenigde Staten hebben inmiddels ook een wet die het versturen van spam strafbaar maakt.
De laatste jaren is in veel landen wetgeving tegen computercriminaliteit op gang gekomen. In 2000 trok de internationale politieorganisatie Interpol hierover nog aan de bel. Toen had 60 procent van de 178 lidstaten geen wetgeving op het gebied van cybercrime.