Dat concludeert bioloog en wespendeskundige Arnold van Vliet van Wageningen University na onderzoek.

Het is wel zo dat er het ene jaar veel meer wespen zijn dan het andere, maar de oorzaak daarvan ligt volgens Van Vliet in het weer en niet in insecticiden, zoals enkele ecologen recentelijk hebben beweerd. Vooral in het voorjaar hebben sterke temperatuurschommelingen en zware regenval een funeste uitwerking op wespennesten die dan nog in opbouw zijn, stelt Van Vliet.

Hij vergeleek de weersomstandigheden van een serie opeenvolgende jaren met de cijfers van ongediertebestrijdingsbedrijven door het hele land, die samen een goed beeld geven hoe de wespenpopulatie zich ontwikkelt.

Daaruit blijkt volgens hem een duidelijk patroon. Zo leek 2014 aanvankelijk een topjaar voor de wesp te worden, maar zware regenval aan het einde van de lente in vooral het noorden van het land roeide hele kolonies uit. Vorig jaar was daar in de zomer nauwelijks overlast van de insecten. In Zeeland was dat wel het geval, omdat het daar veel minder had geregend, concludeert Van Vliet.

De komende maand, augustus, is de periode dat de insecten terrasgangers en liefhebbers van barbecues lastig vallen, verwacht Van Vliet. Dat geldt in een normaal en gemiddeld wespenseizoen, al kunnen de regionale verschillen wel groot zijn.