Zendingsdag cgk Elburg: Wonder van Cyprus herhaalt zich in de zending
ELBURG. „Een kerk die niet werft, sterft.” Deze bekende spreuk citeerde ds. M. A. Kempeneers woensdag op de jaarlijkse zendingsdag in Elburg, in zijn toespraak naar aanleiding van Romeinen 11.
De bijeenkomst was georganiseerd door de christelijke gereformeerde kerk in Elburg.
Ds. Kempeneers, predikant van de christelijke gereformeerde Bethelkerk in Katwijk aan Zee, wees op de spilfunctie die het volk Israël heeft ten aanzien van de zending. „Omdat het volk Israël zich in hoogmoed en zelfgenoegzaamheid had opgesloten en de verlossing in Jezus Christus afwees, mochten de heidenen via het zendingswerk van de apostel Paulus delen in Israëls beloften.”
Volgens de predikant heeft het Jodendom –anders dan de Bijbel– een te optimistische visie op de mens. „Joden denken met behulp van de wet het goede te doen en het kwade te kunnen overwinnen.”
Hij merkte op dat er parallellen zijn tussen het zelfgenoegzame Jodendom en de reformatorische zuil. „Ik zou niet graag het goede van de reformatorische zuil willen ontkennen, maar signaleer wel het grote gevaar van de zelfgenoegzaamheid dat de gereformeerde gezindte bedreigt. Als het hebben van eigen scholen en al die andere eigen instellingen een doel in zichzelf wordt, toont de reformatorische zuil hetzelfde in zichzelf gekeerde, zelfgenoegzame karakter als het Jodendom ten tijde van de apostel Paulus.” Ds. Kempeneers verwees hierbij naar de brief aan de Romeinen waarin Paulus het geesteloze Jodendom op gelijke noemer brengt met de goddeloze wereld.
Het einde van de christelijke kerk mag dan door de secularisatie en de opkomst van de islam nabij lijken, toch is er volgens de predikant op grond van Romeinen 11 geen reden tot mineurstemming. „Dit hoofdstuk spreekt niet alleen over de val van Israël, maar ook over herstel. De bekering van de Joden zal gepaard gaan met een wereldwijde opwekking. Israël zal de Messias erkennen en dat zal tot bekering leiden van bijna de gehele wereldbevolking.”
Ds. J. de Bruin, predikant in Elburg, had de zendingsdag geopend met een meditatie over Psalm 87. „In deze psalm is Sion de stad Jeruzalem, maar de christelijke kerk mag Sion ook opvatten als het geestelijk Jeruzalem dat geestelijke kinderen voortbrengt.” Het is de roeping van iedere christen om geestelijke kinderen voort te brengen, aldus ds. De Bruin.
Tegenstand
Ds. A. van Heteren, predikant van de christelijke gereformeerde Eben-Haëzerkerk te Urk, mediteerde over Handelingen 13. Hij gaf aan dat de tegenstand die Paulus en Barnabas op het eiland Cyprus ondervonden typerend is voor het verzet waarmee iedere zendeling en predikant te maken krijgt. „De Woordverkondiging druist altijd in tegen elke vorm van afgoderij, en daarom kunnen Gods dienaren niet anders dan tegenstand verwachten.”
De predikant beschreef het gedrag van de tovenaar Elymas bij de stadhouder van Cyprus, die de prediking van Paulus en Barnabas „wederstond.” Hij verwees daarbij naar de zendingsgeschiedenis, die vele soortgelijke verzetspogingen van tovenaars op de zendingsvelden laat zien. Ondanks de tegenstand en de pogingen van duivelskinderen zoals Elymas blijkt het Evangelie toch sterker, want de stadhouder van Cyprus kwam tot bekering. „Gelukkig zou dit wonder van Cyprus zich in de loop van de zendingsgeschiedenis vele malen herhalen”, zo besloot ds. Van Heteren.
Niet zelf
Na een verhaal voor de jeugd door theologiestudent W. L. van der Staaij uit Elburg besloot ds. R. P. van Rooijen, hersteld hervormd predikant te Oosterwolde (Gld.), de zendingsdag met een meditatie over ”Jona, de zendeling tegen wil en dank”. „De ongeschikte zendeling Jona ontving zegen op zijn werk omdat hij niet zelf de boodschap bedacht, maar slechts de woorden Gods doorgaf.”