Het deels ontklede stoffelijk overschot van de jonge vrouw werd 13 juni 1991 gevonden nabij vuilstortplaats De Kragge in Bergen op Zoom. Het slachtoffer bleek door verstikking om het leven te zijn gebracht. Om het hoofd van Jessica zaten twee plastic zakken. In haar hals had ze een snijwond.

De politie hield de verdachte vorig jaar maart aan, nadat zij het onderzoek hadheropend. De man had geweigerd aan een DNA–onderzoek mee te werken. Na zijn arrestatie bleek zijn DNA overeen te komen met de sporen die op het lichaam van de vrouw waren aangetroffen.

De R. heeft na zijn aanhouding bekend dat hij op de avond van 12 juni 1991 seks heeft gehad met Jessica in zijn woning en dat hij de zakken over haar hoofd heeft gebonden. Hij hield echter, ook tijdens de zitting, hardnekkig vol dat hij haar niet heeft vermoord.

Zijn verhaal is dat rond tien uur ’s avonds een collectant aanbelde. Die zou naar binnen zijn gedrongen en Jessica hebben vermoord. Uit angst en paniek durfde De R. volgens eigen zeggen niets te doen. Nadat de collectant zijn woning had verlaten, zag De R. Jessica in een plas bloed in de douche liggen. Hij nam aan dat ze dood was. Zelf durfde hij dat niet te controleren. Omdat hij nergens mee te maken wilde hebben, besloot hij zich van haar lichaam te ontdoen. Eerst zette hij haar fiets bij het station van Etten–Leur, waarna hij bij terugkomst plastic zakken over het hoofd van Jessica trok en die stevig vastbond met een elastiek en een koord. Daarna sleepte hij haar lichaam naar zijn auto en dumpte haar in Bergen op Zoom.

De R. zei al die jaren zijn mond hebben gehouden uit angst dat de collectant, de man die Jessica zou hebben vermoord, zou terugkomen om hem iets aan de toen. Hij zei erg geschrokken te zijn toen hij hoorde dat Jessica door verstikking om het leven is gekomen en niet door de snee in haar hals.

Deskundigen bij het Pieter Baan Centrum (PBC) hebben geconcludeerd dat De R. lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis. Maar als het feit bewezen wordt geacht, kan dat hem volledig worden aangerekend, stellen zij.

De officier van justitie noemde zijn verhaal volstrekt leugenachtig. Volgens De Brouwer is er nooit een collectant geweest. Hij meent dat De R. Jessica heeft vermoord en ook zelf de snee in haar hals heeft aangebracht. „Ik neem het hem bijzonder kwalijk dat hij tot op de dag van vandaag niet vertelt wat er precies is gebeurd en waarom hij het heeft gedaan, met name voor de familie."

De officier maakte tijdens zijn requisitoir zijn excuses aan de mensen die de afgelopen jaren ten onrechte verdacht zijn geweest van het plegen van de moord. Onder hen waren de broer van Jessica en haar stiefvader. Hij excuseerde zich in het bijzonder voor zijn collega’s binnen de opsporing die lang hebben aangenomen dat de familieleden iets met de dood van Jessica te maken zouden hebben gehad.

G. de Haas, advocaat van de verdachte, pleitte voor vrijspraak. Volgens hem kan De R. niet worden veroordeeld voor moord, als hij in de veronderstelling was dat het slachtoffer al dood was. Wat De Haas betreft zou De R. alleen kunnen worden veroordeeld voor dood door schuld, maar dat is niet ten laste gelegd.

De rechtbank doet 15 maart uitspraak.