Topdrukte op zonnige Duikenburgse Dagen
ECHTELD. Een stralende zon, stampvolle terrasjes, tevreden standhouders. De eerste dag van de 22e editie van de Duikenburgse Dagen kan niet meer stuk. Zo’n grote belangstelling heeft organisator Henk de Heus nog niet eerder meegemaakt.
„Het is vreselijk druk vandaag. Niet normaal meer”, laat De Heus, eigenaar van partycentrum De Oude Duikenburg in het Betuwse Echteld, weten. „Alles zit vandaag mee, iedereen heeft vakantie en het is prachtig weer. Ik ben zeer tevreden.”
Het succes van de driedaagse zomermarkt zit hem in zijn eenvoud, constateert De Heus. „Mensen zien elkaar, maken een praatje en kunnen hier zichzelf zijn. Sommigen lopen hier drie dagen lang. Ze komen hier graag omdat het gratis is. Als je niet wilt, hoef je niets uit te geven.”
Dat is ook de reden waarom Teunis Noordermeer uit ’s-Gravendeel er loopt, met kinderwagen. „Ik moest vandaag naar Sliedrecht voor nieuwe schoenen. We zijn daarna gelijk doorgereden naar Echteld. Het is hier lekker gewoon, je betaalt geen entree; dat maakt het aantrekkelijk voor jonge gezinnen. Mijn vrouw komt hier graag omdat ze er voor een zacht prijsje kleding kan kopen.”
Speelgoedgeweer
De kledingstands puilen uit van de –vooral jonge– vrouwen. Keurend, soms een kledingsstuk uit het rek pakkend, en weer terughangend, schuifelen ze achter elkaar aan.
Twee blonde jochies nemen met hun –pasgekochte– speelgoedgeweer voorbijgangers op de korrel. Plop, weer één raak. „Jongens, je gaat toch niet op mensen schieten”, waarschuwt oma Eckeveld, die juist achter hen opduikt vanuit de kledingstand van Rosedale uit Barneveld. En tegen de journalist: „Ik kom hier voor de kinderen. Vroeger moest ik alles zelf naaien; dat was niet altijd gemakkelijk. Tegenwoordig heb je echt een ruime keus.”
In de stand van Flora Anna Accessoires uit Bruchem (Gelderland) –met hoeden, kettingen en andere modeattributen– is even geen klant te zien. Een giechelende jongedame past snel een modieus hoedje. Een ander zet haar met haar smartphone op de foto. „We staan hier voor de tweede keer”, vertelt eigenares Franka van der Lee. „De sfeer hier is heel gemoedelijk. Er is geen keiharde concurrentie; de mensen gunnen elkaar nog wat.”
Een ouder echtpaar –„nee, we willen niet met onze naam in de krant”– heeft al wat inkopen gedaan. Met volle plastic tassen sjouwen de zeventigers van kraam naar kraam. „We komen hier elk jaar, voor mijn vrouw”, aldus de man. „Maar jij snuffelt graag tussen de boeken”, vult zijn vrouw aan. „En we kopen hier cadeautjes.”
Zonwering
Streefkerk uit Krimpen aan den IJssel is standhouder van het eerste uur. „In 1994 stond ik achter een houten kraampje van 2 meter lang. Toen mochten we hier ’s nachts slapen.” Samen met zijn twee dochters van 26 en 14 jaar bemenst Streefkerk de kramen met lego, kaarten en allerlei prullaria van Ot en Sien. „Het is arbeidsintensief, maar elk jaar loont het de moeite. Ik heb niet graag een hittegolf tijdens deze markt, dan blijven de mensen thuis. Met regen komen ze toch wel, alleen onder een paraplu.”
Ook Johan van den Hatert van het gelijknamige zonweringsbedrijf uit Ochten doet goede zaken. „De zon schijnt hè; het loopt hier als een trein. Als het warm wordt, willen mensen op stel en sprong zonwering hebben.”
Bij een stand waar aloëveraproducten worden verkocht, moeten mensen even ruiken aan de nieuwste lotion. „Die oranje moet u hebben”, helpt de standhoudster een belangstellende. De kraam ernaast verkoopt brocante. Een grijzende, bebaarde man ziet er een oude loden kruik liggen. „Als ik die had bewaard, had ik nu binnen kunnen lopen”, bromt hij zachtjes voor zich heen.
Voor aan de weg arriveert de paardentram voor een volgende toer langs de weilanden en boomgaarden bij Echteld. De paardenhoeven schrapen over het asfalt terwijl mensen in- en uitstappen.
Stampvol
Naarmate de middag vordert, wordt de markt drukker. Terrasjes zitten stampvol, personeel van De Oude Duikenburg komt handen tekort om iedereen snel te bedienen.
„Het opzetten van de Duikenburgse Dagen was een idee van mijn vrouw”, vertelt De Heus. „Vakantietijd is voor ons altijd een slappe tijd. Niemand organiseert hartje zomer een feestje. We hebben in 1993 voor het eerst een zomermarkt georganiseerd. Ik heb moeite moeten doen om daarvoor twaalf kraampjes bij elkaar te scharrelen, en zie nu eens: 250 standhouders.”
Intussen gaat de telefoon. Er worden rijplaten geleverd voor extra parkeerruimte. De Heus: „Het is hectisch. Ik moet voorkomen dat deze zomerdagen aan hun succes ten onder gaan.”