Commentaar: VS en Cuba hebben nog een lange weg te gaan
Sinds maandag wappert de Cubaanse vlag weer in Washington. En half augustus worden de Amerikaanse stars-and-stripes op de ambassade in Havana gehesen.
Historisch – dat zeker. Want maar liefst 54 jaar lang onderhielden beide landen geen officiële diplomatieke betrekkingen. Natuurlijk was er achter de schermen wel overleg als dat nodig was. Via de Zwitserse ambassade en andere kanalen. Maar nu is er weer een heuse wederzijdse vertegenwoordiging.
Dat wil niet zeggen dat de betrekkingen tussen Cuba en de Verenigde Staten in één klap weer zijn genormaliseerd. Daarvoor is de relatie te lang verbroken geweest en is er te veel oud zeer. Bovendien liggen de ideologische opvattingen van beide landen nog altijd mijlenver uit elkaar. En dat was precies een van de redenen dat de wegen in 1961 scheidden.
De VS vonden dat Cuba zich destijds veel te sterk op de Sovjet-Unie richtte. Een communistische staat in de Amerikaanse achtertuin die dat gedachtegoed ook nog eens in diverse brandhaarden wereldwijd probeerde te verspreiden, was voor Washington een brug te ver.
Tel daarbij de raketcrisis van 1962 en de mislukte invasie in de Varkensbaai op en de conclusie kan niet anders zijn dan dat er nog een lange weg is te gaan in de verbetering van de betrekkingen tussen Washington en Havana.
Dat zal voor de Cubanen wel even slikken zijn. Zij hebben al decennialang last van het strikte Amerikaanse handelsembargo tegen het eiland. Cubaanse ballingen in de Verenigde Staten konden al die tijd hun familieleden niet bezoeken – en andersom uiteraard ook niet.
Dat zal niet spoedig veranderen. De Cubaanse minister van Buitenlandse Zaken, Rodriguez, riep Amerika gisteren weliswaar op het handelsembargo snel op te heffen, maar zijn Amerikaanse ambtgenoot Kerry benadrukte vooral dat het openen van ambassades nog maar een voorzichtig begin is.
En dan is er nog de kwestie Guantanamo Bay, de beruchte Amerikaanse marinebasis in Cuba waar de Amerikanen al jaren terreurverdachten vasthouden. De Verenigde Staten huren de basis van Cuba op basis van een verdrag uit begin vorige eeuw, hoewel Havana principieel weigert ook maar een dollar in ontvangst te nemen.
Cuba wil de basis terug. Maar die kans lijkt klein. Kerry noemde de kwestie gisteren „een heikel punt.” Dat is vermoedelijk een nette manier om duidelijk te maken dat Amerika niet van plan is zich uit Guantanamo terug te trekken.
Vanzelfsprekend moeten beide landen nog aan elkaar ‘wennen’. Maar opheffing van een handelsembargo en versoepeling van reisbeperkingen hoeven toch ook weer niet zo moeilijk te zijn. De veiligheid van Amerika zal er niet onder lijden. En de Verenigde Staten onderhouden wel normale betrekkingen met landen die als veel omstredener te boek staan.
Voor het Cubaanse volk wordt het hoog tijd dat het fatsoenlijke leiders krijgt. Corrupt en dictatoriaal leiderschap is helaas de tragiek van te veel bewoners van deze planeet.