De politie onderzoekt zijn „landelijke en internationale contacten”, zei Davutoglu. De premier voegde eraan toe dat de aanwijzingen zich opstapelen dat de groepering Islamitische Staat (IS) achter de terreurdaad zit.

Of de verdachte waar Davutoglu het over had nog leeft en welke rol hij zou hebben gespeeld, was niet direct duidelijk. Kort na de aanslag meldden politiemensen, ooggetuigen en de gouverneur van het gebied dat vermoedelijk een vrouw zichzelf had opgeblazen.

Door de explosie stierven activisten van een socialistische jeugdorganisatie. Ze waren bijeen om te praten over hulp aan de Syrische stad Kobani, die enkele tientallen kilometers verderop ligt. Dat de verdenking direct uitging naar IS, is niet verwonderlijk: de terroristen raakten Kobani begin dit jaar na een felle strijd kwijt aan Koerdische strijders. Over de aanslag van maandag heeft IS zich voor zover bekend echter nog niet uitgelaten.