Resten slachtoffers nazi-arts gevonden op Franse universiteit
STRAATSBURG. In de gebouwen van de universiteit van Straatsburg zijn stoffelijke overschotten gevonden van Joden die tijdens de oorlog zijn gebruikt voor medische onderzoeken.
Het gaat om mensen die eerst werden vergast en vervolgens gebruikt voor medische experimenten van de Duitse arts August Hirt. Deze werkte in de oorlog bij het anatomisch laboratorium van de universiteit.
Er gingen al jaren geruchten dat er zich bij de faculteit geneeskunde nog resten moesten bevinden van de Joden. De universiteit ontkende dat echter categorisch. Historicus Raphaël Toledano bleef echter zoeken en stuitte recent op een brief uit 1952 van de toenmalige directeur Camille Simonin van het forensisch instituut waarin werd uiteengezet waar de lichaamsresten zich bevonden.
Na een zoektocht kwamen anderhalve week geleden er inderdaad menselijke overblijfselen tevoorschijn vanachter een kast. Ze zaten nog in de originele glazen potten en buisjes, met de labels van toen er nog aan.
Toledano vond in ieder geval de overblijfselen van Menachem Tafel, een van de vermoorde Joden. Toledano vermoedt dat er nog meer lichaamsresten op de universiteit moeten zijn dan hij nu heeft gevonden.
In 1943 werden 86 Joden vermoord in de gaskamer van concentratiekamp Struthof, op zo’n 30 kilometer van Straatsburg. Opdrachtgever was Hirt, die een collectie van Joodse skeletten wilde aanleggen ten behoeve van onderzoek. Hij wilde wetenschappelijk aantonen hoe inferieur het Joodse ras was.
De overblijfselen van de Joden werden na de oorlog aanvankelijk bewaard om ze als bewijsmateriaal te gebruiken in het proces tegen Hirt. De arts pleegde echter zelfmoord voordat hij kon terechtstaan.
De burgemeester van Straatsburg hoopt dat de resten kunnen worden overgedragen aan de Joodse gemeenschap van zijn stad, in de hoop dat ze dan worden begraven.