Dijsselbloem heeft dat maandag aan de Tweede Kamer laten weten in antwoord op nieuwe vragen van de oppositie. SP, D66 en CDA begrepen niet waarom de minister de uitbetaling prematuur noemde terwijl de raad van commissarissen en de Staat (als aandeelhouder) eind februari al akkoord waren. Maar volgens de minister moesten daarna nog afspraken worden vastgelegd over variabele en vaste beloningen.

Dat gebeurde in de weken erna. Op 2 juni was het pakket klaar en dat was het moment geweest dat de NS kon gaan uitbetalen, stelt hij. Zijn ambtenaren kwamen er halverwege juni pas achter dat de bonus allang was uitbetaald.

Huges bleek als topman zelf opdracht te hebben gegeven voor de uitbetaling, ook buiten de commissarissen om. Dijsselbloem vindt dat niet getuigen van goed bestuur. Binnen de NS zijn maatregelen genomen om de controles op bonussen en de communicatie daarover te verbeteren, schrijft hij.

Over het ontslag van Huges bestond van meet af aan veel verwarring. Dijsselbloem schrijft dat hij steeds uit ging van informatie die de toenmalige voorzitter van de raad van commissarissen hem verstrekte. Maar die informatie was niet altijd correct en volledig, bleek achteraf, en dat is natuurlijk ernstig, meldt Dijsselbloem.