Kerk & religie

IJslandse kerken niet bezorgd om tempel

Het kleine berichtje kwam in bijna elke krant, radio- of televisie-uitzending terug. IJsland bouwt voor het eerst in duizend jaar een tempel voor de oude, heidense goden van weleer. Kerken voelen zich niet bedreigd door de ‘nieuwe’ speler op het religieuze toneel. Het is wel een teken aan de wand, zeggen christelijke voorgangers.

Niels Vlot
20 July 2015 06:30Gewijzigd op 15 November 2020 20:32
Op een beboste heuvel in Reykjavik, de hoofdstad van IJsland, moet de tempel van de Ásatrúarfélagið gaan verrijzen.
Op een beboste heuvel in Reykjavik, de hoofdstad van IJsland, moet de tempel van de Ásatrúarfélagið gaan verrijzen.

Op een beboste heuvel in Reykjavik, de hoofdstad van IJsland, moet hij gaan verrijzen. De tempel van de Ásatrúarfélagið, de Ásatrúgemeenschap op IJsland. De leden van deze beweging willen terug naar het geloof in de natuurkrachten en oude Noordse goden, zoals Thor, Odin en Freya. De economische crisis –die begon in 2008– gooide nog roet in het financiële eten, maar zeven jaar later is de toestemming binnen om de tempel te gaan bouwen.

IJsland kent een lange christelijke traditie, die begon in het jaar duizend. Toen werd besloten dat het christendom dé godsdienst van IJsland werd en dat het heidense geloof alleen nog binnenskamers beleden mocht worden. Ook de Reformatie in de zestiende eeuw verliep vrijwel zonder slag of stoot, en sinds die tijd is de Luthers-Evangelische Kerk de staatskerk.

Opkomst

Vanaf de negentiende eeuw groeit in de Scandinavische landen de belangstelling voor het heidense geloof. In 1972 wordt op IJsland de Ásatrúarfélagið opgericht en in 1973 wordt het door de overheid erkend als officiële religie. Vandaag de dag zijn ze de snelst groeiende godsdienst op IJsland. „Ásatrú is een heidense rite op basis van tolerantie, eerlijkheid, eer en respect voor het oude culturele erfgoed en de natuur”, zo staat te lezen op hun website.

Helgi Guðnason is voorganger in de pinkster­gemeente Filadelfia in Reykjavik. Hij wordt nog niet ongerust door de plannen tot tempelbouw. „De Ásatrú­beweging is meer een culturele dan religieuze organisatie. Ze houden van Vikingfeesten en bier drinken.” Maar toch stroomt het Vikingbloed nog snel bij de IJslanders. „Het geloof van de Ásatrúbeweging lijkt erg op dat van de traditionele IJslanders, ze geloven in elfen, feeën en dwergen.”

De grootste kerk op IJsland is de Luthers-Evangelische Kerk, ruim 80 procent van de bevolking is er lidmaat. Het is de grootste tegenover de snelst groeiende. „We proberen met ze om te gaan zoals we dat met iedere andere religie doen”, zegt Toshiki Toma, een lutherse priester. „Ik denk niet dat we er bang voor behoeven te zijn. Veel mensen zijn lid geworden uit respect voor de oude cultuur en traditie. Zelfs in de kerk is er een soort van respect voor de Ásatrúbeweging als de „originele traditie van IJsland”, maar niet als religie.”

Onvrede

„Ze hebben hun wortels in het patriottisme en het is deels gebaseerd op teleurstelling in de kerk”, verklaart Toma hun opkomst. De aanwas van de ‘nieuwe heidenen’ heeft dus deels te maken met problemen in de Luthers-Evangelische Kerk, zegt ook Guðnason. Na onder andere een seksschandaal waar een bisschop bij betrokken was, lieten veel leden zich uitschrijven. „Veel mensen zijn niet blij met de kerk en willen terug naar de tijd van voor het christendom. Na de verschillende kerkelijke schandalen, verhief de Ásatrúbeweging protesterend haar stem. Dat sprak veel mensen aan.” Guðnason ziet een tendens. „Alles wat niet christelijk is, is populair. Maar ik zou het niet al te serieus nemen. De meeste leden van de beweging zijn helemaal niet zo bevlogen.”

Gunnar Ingi Gunnarsson is voorganger in de Loftstofan Baptist Church. Een evangelische gemeente in Garðabær, vlak bij Reykjavik. „Het zijn show-Vikingen”, lacht hij. „De Ásatrúbeweging is vooral populair geworden sinds ze een showelement heeft. Iedereen kent ze wel, je hoorde er al van als kind. Het zijn geen echte gelovigen, maar het zijn liefhebbers van mythologische verhalen en dronken worden bij Vikingfeesten. Zelfs hun hogepriester zegt dat. Het spreekt veel mensen aan. Finnen zitten achter de pc; zijn dus helemaal geen Vikingen. Ze geloven zelfs niet in de verhalen, ze vinden ze vooral leuk. Tweehonderd jaar lang was er het geloof van de Vikingen op IJsland en duizend jaar het christendom. Eigenlijk is het raar dat ze terug willen.”

Mentaliteit

Hij merkt die trend echter al veel langer op. „Dit is een richting die we al honderd jaar op gaan. IJsland is geen christelijk land meer. Niemand denkt aan het geloof, dat is het moeilijke. Mensen die naar de Ásatrúbeweging gaan, willen niet over het geloof nadenken. Ze hebben de ”alles is oké”-mentaliteit. Als jij mij tolereert, dan tolereer ik jou, dat is de tolerantie van vandaag. Er is voor hen meer dan één waarheid.”

IJsland staat in de top tien van meest atheïstische landen. Juist die verschuiving wordt door de kerken gezien als het grootste gevaar. „De echte bedreiging voor de kerk is niet de Ásatrúbeweging, maar de toenemende golf van secularisatie. Evenals in de meeste ontwikkelde landen van Europa”, meent Toshiki Toma. En toch blijven IJslanders religieus. „Van de mensen die het christelijk geloof verlaten, is slechts een paar procent ‘actief atheïst’. Veel anderen gaan over naar andere religies, zoals het boeddhisme, spiritualisme en de Ásatrúbeweging.”

Humanisme

En daar wringt de schoen voor de evangelische kerken. Met lede ogen zien ze aan hoe andere vormen van spiritualiteit, zoals yoga, de IJslanders opslokken, ook christenen. Helgi Guðnason: „Het is wat rekken en strekken, maar als je yogaleraar wilt worden moet je wel in de leer bij een spirituele trainer.” Hij is bezorgd over die ontwikkeling, die hij „seculier humanisme” noemt. Vooral op scholen is dat zichtbaar. „Seculier humanisme is agressief. Een voorganger mag niet meer op school komen om over het geloof te spreken. Het moet neutraal zijn. Zo leer je de kinderen dat geloof gevaarlijk en raar is. De sportleraar mag wel komen, maar de voorganger niet.”

De Ásatrúbeweging is vooral een uiting van de groeiende secularisatie in IJsland, betogen kerkgenootschappen. Toch hoeven ze zich nog geen zorgen te maken volgens de statistieken. Meer dan 80 procent van de ruim 300.000 IJslanders is lid van de Lutherse Kerk. Maar Gunnarsson relativeert dat aantal. „De Evangelisch-Lutherse kerk wordt beschermd door de overheid. Mijn pasgeboren dochtertje is bijvoorbeeld automatisch ingeschreven. In werkelijkheid is slechts 3 tot 4 procent van de IJslanders christen. De grote kerk hier in het centrum (de Hallgrímskirkja, NV) trekt elke zondag maar twintig mensen.”

Cultureel

Voorganger Guðnason beaamt wat Gunnarsson zegt. „Het christendom op IJsland is vooral cultureel bepaald. Het verdwijnen van dit culturele christendom zou beter zijn. De kerk is op haar best in de marge en in de vervolging, al bid ik daar niet om. De kerk zal haar roeping vinden als ze in de marge wordt gedrongen. Ik geloof niet in een christelijke natie, maar in een natie met veel christenen.”

„We zijn nog ver van vervolging. Hoewel ik wel geloof dat de kerk het meest groeit onder vervolging”, zegt ook Gunnarsson. „Maar wees niet bang. We leven in de wereld en moeten daar ons licht laten schijnen. We kunnen en hoeven de wereld niet te mijden.”

Sinds 1972 is de Ásatrúbeweging fors gegroeid en is nu groter dan veel IJslandse kerken. Niemand weet waar dit zal eindigen. „Ik denk niet dat dit tijdelijk is”, zeg Toshiki Toma. Gunnarsson daarentegen geeft ze nog een jaar of tien. „Daarna zullen we weinig meer van ze horen.” Helgi Guðnason verwacht wel dat de groei bij de beweging eruit is. „Ik denk niet dat ze groter zal worden, maar de heidenen en de tempel zijn er wel tekenen van waar IJsland heen gaat.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer