Mitsubishi Materials betuigde zondag spijt bij een ceremonie in het Simon Wiesenthal-museum in Los Angeles, waar de historie van de Holocaust in de Verenigde Staten centraal staat.

Tijdens de oorlog werden in totaal ongeveer 12.000 Amerikanen gevangen genomen door de Japanse overheid en particuliere bedrijven, van wie er dik 1100 stierven. Mitsubishi had destijds zes krijgsgevangenkampen waarin onder anderen meer dan 1.000 Amerikaanse soldaten dwangarbeid vervulden. Ze werden onder meer te werk gesteld in een kopermijn van het bedrijf. Op het moment van de bevrijding in 1945 zaten nog bijna 900 soldaten gevangen. Bijna dertig Amerikanen overleden in de kampen van het bouwbedrijf.

Een van de bestuurders van Misubishi sprak in het museum van „tragische gebeurtenissen in ons verleden”. De toehoorders bestonden uit voormalige dwangarbeiders en familieleden. Een van de voormalige krijgsgevangenen, de 94-jarige veteraan James Murphy, sprak van een „glorieuze dag”. „Hier wachten we al zeventig jaar op.”

Voor zover bekend heeft niet eerder een Japans bedrijf excuses gemaakt. Eerder al maakte de Japanse overheid excuses voor haar rol tijdens de Tweede Wereldoorlog.