Opinie

Commentaar: Onderzoek naar toedracht ramp MH17 is noodzakelijk

Het is vrijdag precies een jaar geleden dat ons land opgeschrikt werd door een vliegtuig­ongeluk boven Oekraïne. Tenminste: we dáchten even dat het een ongeluk was. In totaal vonden 298 mensen de dood, onder wie 196 Nederlanders.

Hoofdredactioneel commentaar
16 July 2015 10:31Gewijzigd op 15 November 2020 20:29
De rouwauto's op weg naar Hilversum. beeld RD
De rouwauto's op weg naar Hilversum. beeld RD

Al snel werd duidelijk dat het vliegtuig niet door een technisch mankement was neergestort, maar waarschijnlijk uit de lucht was geschoten door rebellen die in het oosten van Oekraïne actief waren.

De schokgolf die door het land ging, werd door deze berichten alleen maar groter. Midden in de vakantie­periode rouwde Nederland om bijna 200 doden. Mensen die, om verschillende redenen, argeloos aan boord waren gegaan van vlucht MH17. Geen van hen zou de bestemming ooit bereiken. Hun stoffelijke resten kwamen, met de brokstukken van het vliegtuig, terecht in oorlogsgebied.

Beelden van de dagen die volgden, zullen bij veel Neder­landers voor altijd in het geheugen staan gegrift.

De vliegtuigen die landden op Vliegbasis Eindhoven met aan boord de stoffelijke resten van de omgekomenen.

De wapperende vlaggen van de landen die slacht­offers bij de ramp hadden te betreuren.

De tientallen lijkwagens die op het vliegveld in het gelid stonden te wachten.

De stilte, die vooral. Alleen onderbroken door wapperende vlaggen en door synchrone voetstappen van de dragers van de lijkkisten.

Daarna: een lang rouwlint dat zich over de snel­wegen naar Hilversum slingerde.

Het waren dagen die getekend werden door het ritme van de rouw.

Maar daarna kwamen de vragen. Talloze. Er werd onderzoek gedaan. Er werden rapporten gepubliceerd. Maar veel vragen blijven tot op de dag van vandaag onbeantwoord. Ook al zijn de vermoedens talrijk.

Een jaar later kijken we terug. Hoe kunnen we een ramp als deze voorkomen? En: had de ramp eigenlijk voorkomen kunnen worden? Zijn vliegmaatschappijen te laks geweest met het vliegen boven oorlogs­gebieden? En hoe is dat nu? Of worden vliegtuigpassagiers nu juist ongewild bang gemaakt door berichten in de media dat bijvoorbeeld de KLM nog steeds vliegt boven de Sinaïwoestijn, waar onder andere terroristen van Islamitische Staat (IS) actief zijn? Daar lijkt het soms wel op. En daaraan moet geen medium willen meedoen. Daarvoor zijn de zaken waarom het gaat veel te ernstig.

Ondertussen blijft er het verdriet bij de nabestaanden van de slachtoffers. Want ondanks dat we weer overgingen tot de orde van de dag, de vlaggen werden gestreken en de nationale rouw werd afgesloten, bleven de lege plekken in de levens van al die mensen. Iedere dag, ieder uur. En geen onderzoekstribunaal kan die lege plekken ooit weer vervullen.

Tegelijk blijft dat onderzoek wel nodig. Is juist meer en intensiever onderzoek noodzakelijk. Want ook al krijgen de nabestaanden hun geliefden er niet mee terug, het weten van de ware toedracht van de ramp kan wel helpen bij het verwerken van het gemis.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer