Bijbel, wetenschap en geloof in Córdoba
De Romeinse filosoof Seneca is er geboren, maar ook de beroemde middeleeuwse Joodse geleerde Maimonides. Het Zuid-Spaanse Córdoba heeft een rijke geschiedenis. Ooit was het een van de belangrijkste Romeinse steden in het westen. Veel monumenten in de stad herinneren daar nog aan.
Het meest indrukwekkende bouwwerk is ongetwijfeld de Mesquita, een enorme moskee uit de periode van islamitische overheersing. De Mesquita telt meer dan 800 zuilen en bood destijds ruimte aan meer dan 40.000 gelovigen. Toen Córdoba later weer in christelijke handen kwam, bleef de moskee gelukkig gespaard. De Mesquita kreeg vanaf dat moment wel een andere functie. Het werd een christelijke kathedraal. In het gebouw werden een enorm altaar en een indrukwekkend koor gebouwd.
Córdoba is al met al een bijzondere stad die verbonden is met diverse culturen en religies. De stad kende ook nog een grote Joodse gemeenschap. Dit jaar viert de synagoge van de stad zelfs haar 700-jarig bestaan.
Deze stad vormde de afgelopen week de fraaie entourage voor de jaarlijkse conferentie van de European Association of Biblical Studies (EABS). Meer dan 400 Bijbelwetenschappers namen aan de conferentie deel en presenteerden er iets uit hun onderzoek. In de wandelgangen vonden boeiende ontmoetingen en gesprekken plaats. Maar er werd ook plenair nagedacht over de toekomst van de Bijbelwetenschap in het algemeen. Tijdens een paneldiscussie gaven vier prominente wetenschappers hun visie.
De huidige voorzitter van de grote Amerikaanse organisatie Society of Biblical Literature (SBL), Athalya Brenner-Idan, ging er gelijk met gestrekt been. Zij stelde dat dat wetenschappers van confessionele instellingen voortaan beter kunnen worden buitengesloten van wetenschappelijke organisaties als EABS en SBL. Fundamentalisme en wetenschap gaan nu eenmaal niet samen. Brenner is zelf een seculiere Jodin. Haar stellingname bleek vooral te zijn ingegeven door de situatie in de VS. Ze signaleert daar een toenemende invloed van evangelicale wetenschappers.
Zelf ben ik ook beducht voor een fundamentalistische omgang met de Bijbel die weinig oog heeft voor de historische component in de ontstaansgeschiedenis van de Bijbel. En ik onderken dat een bepaalde groep evangelicals (en ook gereformeerden) hier vatbaar voor is. Maar het gaat mij veel te ver om het innemen van een confessionele positie als zodanig als fundamentalistisch aan te merken. Grondig Bijbelonderzoek laat zich heel goed verrichten vanuit een duidelijk omschreven geloofsidentiteit.
Brenners stellingname zélf is juist fundamentalistisch. Zij verabsoluteert immers het seculiere denken. Juist in een stad als Córdoba die in zijn historie zoveel culturen en godsdiensten met elkaar verbindt, zou een ander geluid meer op zijn plaats zijn geweest.
Gelukkig kreeg Brenner weinig bijval. Anderen vroegen er aandacht voor dat de grote wetenschappelijke interesse voor de Bijbel onlosmakelijk is verbonden met de plaats die dit boek inneemt in levende geloofsgemeenschappen. Als wetenschappers bovendien open zijn over hun onderscheiden confessionele posities –en ook seculariteit is dan een ‘confessie’–, ontstaat er volop ruimte voor gesprek waarin van elkaar geleerd kan worden. Zo heb ik de vele lezingen, discussies en ontmoetingen in Córdoba als buitengewoon leerzaam en vruchtbaar ervaren. Misschien wel meer dankzij dan ondanks het besef van mijn confessionele positie als gereformeerd theoloog.
Córdoba moet niet alleen de stad van Seneca, maar ook die van Maimonides blijven.
Jaap Dekker is bijzonder hoogleraar op de Henk de Jong-leerstoel ‘Bijbelonderzoek en identiteit in Ned. Geref. perspectief’ aan de Theologische Universiteit te Apeldoorn. De twaalf bloggende theologen zijn lid van de onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten van Apeldoorn en Kampen.