De groep ontwikkelingslanden verenigd in de G77 vindt dat de rijke landen de belastingregels voor de toekomst vastleggen, maar de club ziet meer in een speciaal VN-agentschap voor belastingen om dit te regelen. In veel arme landen is het fiscale systeem slecht geregeld en weten grote internationale bedrijven de belastingen te ontlopen.

Ploumen is niet op voorhand tegen zo’n VN-agentschap, zegt ze woensdag telefonisch vanuit Addis Abeba. Ze vindt wel dat de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) haar plan voor nieuwe belastingafspraken moet afmaken. Dan kan daarna een bijvoorbeeld VN-commissie bijvoorbeeld kijken naar de uitwerking, aldus de minister.

Volgens haar zijn de arme landen ook betrokken bij de plannen van de OESO, een denktank van 34 rijke landen voor sociaal-economisch beleid. „Nederland heeft de ontwikkelingslanden bij het overleg over de belastingen gehaald. Bovendien geven wij deze landen technische ondersteuning tijdens de gesprekken.”

Ploumen presenteerde op de top het ‘Addis Tax Initiative’ waarmee ruim dertig landen en organisaties zich willen inzetten voor versterking van de belastingdiensten in ontwikkelingslanden. Het is idee is dat met een effectieve en eerlijke belastingdienst een ontwikkelingsland meer kan groeien en armoede beter kan worden bestreden.

Om belastingontwijking van grote bedrijven in arme landen te voorkomen onderhandelt Nederland met een reeks ontwikkelingslanden over nieuwe belastingverdragen. „Nederland is het enige land dat dit doet”, aldus Ploumen. Ze roept hulporganisaties mee te helpen andere rijke landen ook zover te krijgen.

In Addis Abeba wordt deze week door 190 landen gesproken over de financiering van ontwikkelingsdoelen tot 2030. Het gaat dan onder meer om uitbannen van armoede, bestrijding van klimaatverandering en het bereiken van gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Daarvoor zijn honderden miljarden nodig. Ploumen verwacht dat de partijen op de top tot een akkoord komen.