Ict in onderwijs vraagt om bewuste keuzes
Ict is niet meer weg te denken uit het reformatorisch onderwijs, maar moet wel heel bewust worden ingezet, stelt drs. Dick van Meeuwen. De gezamenlijke visie die de reformatorische scholen hebben ontwikkeld, kan hierin richting wijzen.
Een leerling die de afgelopen weken zijn vwo-diploma haalde, zat in groep 4 van de basisschool toen het bedrijf YouTube werd opgericht (2005). Hij had net de brugklas achter de rug toen de eerste iPad op de markt kwam (2010), en leeft nu in een wereld met 1,3 miljard Facebookaansluitingen.
Zo ongelooflijk snel gaan de ontwikkelingen. Dat heeft natuurlijk grote invloed op de manier waarop mensen werken. De overheid en het bedrijfsleven verlangen van het onderwijs dat het leerlingen de vaardigheden bijbrengt die voor deze nieuwe arbeidsmarkt noodzakelijk zijn. De ontwikkelingen op het vlak van ict hebben ook invloed op de scholen zelf. De verwachting is dat er steeds meer laptops en iPads de scholen binnenkomen. Over niet al te lange tijd zal iedere leerling wel over een eigen apparaat kunnen beschikken.
Maar zijn we er dan? Volgen we de technische ontwikkelingen en laten we ons onderwijs door de techniek sturen? Hebben we over een paar jaar inderdaad geen papieren methoden meer, en wat doet dat dan met onze leerlingen? Welke rol heeft de docent in de toekomst? Kortom: handelen wij als reformatorische scholen vanuit een pedagogische visie die ook onze didactiek bepaalt, of laten we ons willoos meevoeren door modieuze vernieuwingen als ”personalistisch leren”?
Attitude
Deze vragen leven sterk binnen het voortgezet reformatorisch onderwijs. Ieder van de zeven scholen was en is er wel mee bezig. We zochten daarbij naar een gemeenschappelijke visie. Daarom is de projectgroep Leren 2020 opgericht. De opdracht was om pedagogische en didactische bouwstenen te formuleren voor het verandertraject met betrekking tot leren met ict. Daarbij is nauw samengewerkt met het Driestarlectoraat nieuwe media van Steef de Bruijn. Kortgeleden is uiteindelijk de visienotitie Leren 2020 vastgesteld.
Als het gaat om pedagogische uitgangspunten is het goed om eerst de uitersten te noemen. Er zijn Steve Jobsscholen, die de digitale ontwikkelingen en leermethoden volledig omarmen en de leerling zijn individuele leertraject laten ontwikkelen. Aan de andere kant van het spectrum staan ”digitaal arme” scholen, die veel waarde hechten aan spel, ontmoeting en groepsvorming.
De projectgroep stelt dat de digitale ontwikkelingen niet genegeerd kunnen en mogen worden. We willen ons echter niet laten leiden door de techniek, maar vanuit een eigen pedagogische visie positief geformuleerde keuzes maken. Dat kunnen ook tegendraadse keuzes zijn. Leerlingen moeten voorbereid worden om als christen te kunnen staan in de samenleving van de 21e eeuw. Vanuit de reformatorische identiteit moet het onderwijs voldoende ondergrond en tegenwicht bieden ten opzichte van de opdringerige informatiesamenleving.
Daarom staat attitudevorming bij jongeren centraal. Allereerst in de algemene zin van bijvoorbeeld het bijbrengen van tijdbeheersing, concentratie, woordgerichtheid en gerichtheid op de ander. Deze attitudes sluiten aan bij het zogenoemde ”media attitude model” van het lectoraat nieuwe media.
Vorming
De notitie noemt een vijftal pedagogische bouwstenen. De bouwsteen ”onderwijs is vorming” komt heel bewust als eerste. Die brede vorming op school heeft als basis het grote gebod van Christus om God lief te hebben boven alles en de naaste als onszelf. Hier gaat het ten diepste om bij onze vorming van jonge mensen. Daarbij is de docent onmisbaar. De leraar wijst van zichzelf af en onderwijst datgene wat van waarde is. Zo opent onderwijs vensters op Gods werkelijkheid.
Onderwijs is ook ontmoeten. Deze tweede bouwsteen beschrijft de school als ontmoetingsplaats tussen de docent en de leerling. Juist de relatie tussen een leraar en een leerling of een groep leerlingen maakt het onderwijs zo uniek. Virtuele contacten kunnen waardevol zijn, maar dan als aanvulling op de echte contacten.
Verschillende scholen hebben al verplichte leesuren ingebouwd. Aandachtig lezen en concentratie worden steeds meer vaardigheden waarin leerlingen getraind moeten worden. Sociale media geven immers veel onrust in de hoofden van onze leerlingen. Onderzoeken geven ook aan dat het multitasken van jongeren de studieresultaten negatief beïnvloedt. Leren vergt diepgang, zegt de derde bouwsteen.
De kwaliteit van het onderwijs hangt in de eerste plaats af van de kwaliteit van de leraar. Technische middelen en media kunnen de leraar niet vervangen, wel helpen in bijvoorbeeld het aanbrengen van variatie in de les. Vandaar de vierde bouwsteen, ”de leraar centraal”. De leraar blijft allereerst de pedagoog, initiator en betekenisgever.
Differentiëren
De vijfde bouwsteen beschrijft de rol van ict in het onderwijs. Vanuit de voorgaande bouwstenen wordt gekozen voor het principe dat ict geen hoofdbestanddeel kan zijn, maar wel een goed bruikbaar hulpmiddel in de les en daarbuiten. De docent moet dus over ict-vaardigheden beschikken, en dat beperkt zich niet tot het kunnen bedienen van het digibord. Ict moet intentioneel worden ingezet, met een doel. Niet als opvulmiddel in de les.
Ict vereist ook maatwerk. De docent aardrijkskunde kan immers veel meer met ict dan de docent godsdienst. Dat is ook niet erg. Laat de geschiedenisdocent vooral zijn verhalen vertellen. Het gaat om goed onderling overleg en ruimte voor eigen keuzes.
Een van de mooiste toepassingen van ict in het onderwijs is differentiëren in de klas. De docent Duits bijvoorbeeld kan na een klassikale uitleg zijn leerlingen via de computer verschillende verwerkingsopdrachten op drie verschillende niveaus geven. Vroeger ging dat ook wel met sommige leerboeken die verschillende verwerkingsopdrachten hadden, maar ict geeft veel rijkere mogelijkheden tot differentiatie. De computer kan bijvoorbeeld de leerling direct een foutenanalyse geven. Dit differentiëren is een vorm van gepersonaliseerd leren. De meningen lopen nog uiteen over de vraag wat de effecten hiervan zijn.
Er zijn nog veel meer mogelijkheden met ict, zoals afstandsleren of zonder docent aan opdrachten werken. Bij de keuzes op dit vlak zullen de genoemde bouwstenen steeds de uitgangspunten zijn.
De notitie heeft een open karakter. Met name de laatste bouwsteen over het gebruik van ict zal over twee jaar zeker herschreven moeten worden. Het gesprek over deze thematiek moet op gang komen. Daarbij is deze notitie met bouwstenen een goed gemeenschappelijk uitgangspunt. Waarom zouden montessorischolen en vrije scholen wel een eigen visie op onderwijs en ict hebben, en de reformatorische scholen niet?
De auteur is lid van het college van bestuur van het Van Lodenstein College en het Hoornbeeck College en voorzitter van de projectgroep Leren 2020.