Dat heeft de Raad van State woensdag bepaald in een geschil tussen burgemeester Cees van der Knaap van Ede en een horecaondernemer uit zijn gemeente.

Van der Knaap wees de aangevraagde horecavergunning af uit angst voor het witwassen van crimineel verkregen geld. Maar de hoogste bestuursrechter vindt dat onwaarschijnlijk, aangezien de man destijds niet erg veel voordeel uit zijn criminele handel haalde. Sinds zijn veroordeling heeft de horecaondernemer bovendien geen misstappen meer begaan, terwijl hij ondertussen wel twee keer een café exploiteerde.

Van der Knaap vroeg advies aan het landelijk Bureau bibob, dat integriteitsbeoordelingen doet. Het Bureau adviseerde om de vergunning te weigeren omdat er in het verleden mogelijk zwart geld in het spel is geweest. Dat verhoudt zich niet met de wens van de wetgever dat iemand opnieuw moet kunnen beginnen, aldus de Raad van State. Het is niet uitgezocht of er sprake was van crimineel verkregen geld. Aangezien dat niet is gebeurd, past het niet om de ondernemer om die reden vergunningen te blijven weigeren.

Het restaurant dat de man wilde overnemen, is ondertussen verkocht aan een ander. De ondernemer wil 25.000 euro schadevergoeding van de gemeente hebben en is daarvoor een aparte procedure gestart.