CU, PvdA en SP willen met de initiatiefwet prostituanten strafbaar stellen als deze gebruikmaken van de diensten van een prostituee die slachtoffer is van mensenhandel. In de schriftelijke vragenronde tussen de initiatiefnemers en de overige Tweede Kamerfracties laat de PVV aantekenen CU, PvdA en SP graag te willen „complimenteren” met hun wet.

Of de drie daarmee op de steun van de PVV kunnen rekenen, is nog niet met volstrekte zekerheid te zeggen. PVV-woordvoerster Helder was gisteren niet bereikbaar voor commentaar.

Met hun wet willen CU, PvdA en SP de bewustwording rond uitbuiting en mensenhandel vergroten en de klant medeverantwoordelijk maken voor de vele misstanden in de seksbranche. In hun toelichting op de wet halen zij het voorbeeld aan van een prostituant die via een louche website in contact komt met een in een afgelegen bedrijfspand gevestigd bordeel, vooraf moet betalen aan een soort bewaker en uiteindelijk een prostituee treft die er angstig en onverzorgd uitziet.

Als de bewaker inderdaad een mensenhandelaar blijkt te zijn, kan deze worden vervolgd, maar het aanpakken van de cliënt is met de huidige wet nauwelijks te doen. CU, PvdA en SP vinden echter dat een prostituant die wist dat de prostituee werd uitgebuit of dit redelijkerwijs had kunnen vermoeden met maximaal vier jaar cel moet worden bestraft.

Met de PVV erbij zouden CU, PvdA en SP (samen 56 zetels) kunnen rekenen op een ruime steun. Instemming is nu verzekerd van 72 Kamerleden; behalve de drie initiatiefnemers zijn ook CDA en SGP voor.

Mocht de PVV toch afhaken, dan moeten CU, PvdA en SP hopen op de steun van de kleinste Kamerfracties, zoals Bontes/Van Klaveren. VVD en D66 volgen het kritische oordeel van de Raad van State, dat van de initiatiefwet „geen al te hoge verwachtingen” gekoesterd kunnen worden, omdat zowel de opsporing als de bewijsvoering problematisch zijn.

Reguliere markt

Van tal van signalen kan achteraf worden gezegd dat ze de cliënt argwanend hadden moeten maken, maar vooral bij een enkel signaal blijft het moeilijk om te bepalen wanneer de prostituant het slachtofferschap redelijkerwijs had moeten vermoeden, schetst de raad. Wie een verdacht goedkope tweedehandsauto krijgt aangeboden kan zich beraden door te kijken naar de in de markt gangbare vraagprijs. De prostitutiebranche is echter geen reguliere markt, „waarin de diensten, prijzen en arbeidsomstandigheden voor klanten bekend zijn”, aldus de raad.

Overigens is ook de PVV op dit punt nog niet helemaal overtuigd van de haalbaarheid van de wet. De fractie wil weten hoe het zit met de strafbaarheid van een verdachte wanneer de prostituee liegt over haar situatie of in een onverstaanbare taal communiceert.

De fracties die de initiatiefwet steunen, maken zich zorgen over de handhaving. Reden daarvan is dat CU, PvdA en SP schrijven ervan uit te gaan dat het opsporen en berechten van verdachten grotendeels kan plaatsvinden in het kader van de bestaande inspanningen tegen misstanden in de seksbranche. Dat lijkt te botsen met de inschatting van het openbaar ministerie dat opmerkt dat een succesvolle handhaving de beschikbaarheid van „gespecialiseerde opsporingsteams” vereist.

Wanneer de Tweede Kamer over het voorstel gaat debatteren, is nog niet bekend.