Kerk & religie

Offers nodig

Hebreeën 8:3b

J. C. Philpot
14 July 2015 08:43Gewijzigd op 15 November 2020 20:25

„Waarom het noodzakelijk was dat ook Deze wat had dat Hij zou offeren.”

Wij zien de offeranden onmiddellijk na de val als de enige welgevallige wijze om God te aanbidden. Waar kunnen wij haar instelling beter plaatsen dan na de val in het paradijs? Want waarom maakte de Heere God anders „rokken van vellen” om onze eerste ouders mee te bekleden? Alleen om hun de noodzakelijkheid en de natuur van een bekleding van Zijn toorn door de gerechtigheid van Zijn dierbare Zoon aan te tonen! Daar het dierlijk voedsel tot na de vloed verboden was, waarvoor werden dan de dieren anders dan ter offeranden gedood?

Wij zien daarom Abel offeranden offeren, toen hij de eerstelingen van zijn kudde en van het vet ervan bracht, het vet, dat het gedeelte van het offer uitmaakt, dat altijd op het altaar verbrand werd. Dat dit offer van Abel niet alleen een offer der dankbaarheid, maar een werkelijk slacht­offerande was, blijkt duidelijk uit de woorden van de apostel: „door het geloof heeft Abel een meerdere offerande Gode ge­offerd dan Kaïn” (Hebreeën 11:4). Wij behoeven niet erbij stil te staan om de offeranden op te sommen die door Noach (Genesis 8:20), door Abraham (Genesis 15:9, 10; 22:13) en door Jakob (Genesis 31:54; 46:1), opgeofferd werden.

J. C. Philpot, 
predikant te Stamford

(”De grote Hogepriester over het huis Gods”, 1862)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer