Kerk & religie

De teloorgang van de Flevohof, de woonboerderij van Jacob Overeem

VOORTHUIZEN. Een haas schiet door het hoge gras. Wat ooit een oase voor reformatorische christenen en schrijvers was, is nu vervallen tot een complete ruïne. De teloorgang van de woonboerderij van schrijver Jacob Overeem, de Flevohof, is onherroepelijk. Nog even en ook de laatste stenen worden weggeschoven voor het oprukkende industriegeweld.

Klaas van der Zwaag
13 July 2015 20:49Gewijzigd op 15 November 2020 20:25
De Flevohof van Overeem. beeld RD
De Flevohof van Overeem. beeld RD

Jacob Overeem (1915-2005) was er al aan het eind van zijn leven bang voor: zijn boekenbunker moest wijken voor het industriegebied aan de oostkant van De Hasselaar. Zijn idyllisch onderkomen aan de Grote Bosweg –in wat ooit de buurtschap Zeumeren heette– werd door de jaren heen steeds meer ingeklemd tussen de spoorlijn en de snelweg.

„Zeumeren wordt kapotgemaakt door de lugubere stoomwals van het moderne leven”, verzuchtte Overeem toen hij in 1991 een brief van de gemeente kreeg met het verzoek om op termijn te verhuizen. Hij wilde echter niet weg van de plaats waar hij al sinds 1950 woonde. Met afvalhout bouwde hij gestaag zijn boerderij om tot een ware boekenbunker die tot een ontmoetingsplaats voor de reformatorische gezindte uitgroeide.

Dat laatste is niet te veel gezegd. Jaarlijks bezochten vele honderden mensen uit het hele land de Flevohof. Vijfhonderd bezoekers per zomer was normaal. Moeder Pie stond altijd klaar met koffie en koek. Je kon er zelfs overnachten. Hele groepen en verenigingen deden hun entree. Geen betere plek om op verhaal te komen dan in dit eldorado van schuurtjes en aanbouwsels, met tienduizenden boeken. „We zullen het maar niet hebben over vergunningen, Overeem”, grapte destijds burgemeester Hardonk.

Uiteindelijk rukte de gevreesde stoomwals onontkoombaar op. Het echtpaar Overeem verhuisde in 1998 naar Voorthuizen, waar de schrijver overigens weer stug verder ging met het bouwen van schuurtjes met boeken. In 2005 overleed hij, zijn vrouw Pie in 2009.

Herinneringen dringen zich op bij het ronddolen rond deze ruïne. Het constante gezoem van de snelweg wordt zo nu en dan onderbroken door het geluid van de trein die pal naast de steeds meer uitdijende vuilnisbelt raast. Het poortje waardoor men via de achterzijde de voormalige boekenstal binnenkwam, is nog zichtbaar. Zelfs nog enkele boekenplanken, leeg en zonder erbarmen uit elkaar gerukt. De ruïne vertoont sporen van brandstichting en vandalisme.

Onwerkelijk wanneer je denkt aan de befaamde ontmoetingsdagen voor schrijvers uit de gereformeerde gezindte. Nostalgie is een te zwak woord om die sfeer uit te drukken. En niet te vergeten die boekenveiling in de openlucht onder leiding van Ton Bolland waar heel Nederland op af kwam. Parkeren? Het hek van het weiland staat open…

Herinneringen komen boven aan de lange winteravonden aan het fornuis. De koffie pruttelde in de oude ketel op het gasfornuis. De „boekenschriever” –zoals hij in de omgeving genoemd werd– oreerde met zijn sonore en bedachtzame manier van spreken over tal van onderwerpen. Hij slurpte de koffie op naar Veluwse gewoonte: via de schotel. De gastvrije Pie, altijd belangstellend naar het wel en wee van je leven, was druk aan het breien. Het wordt niet meer gehoord: „D’r is volk op de deel.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer