Regering VS verlangt aftreden van Aristide
De Amerikaanse regering vindt dat de Haïtiaanse president, Jean-Bertrand Aristide, om te voorkomen dat de rebellen de macht grijpen, moet aftreden en plaats moet maken voor degene die hem volgens de grondwet moet opvolgen. Dat heeft een hoge Amerikaanse regeringswoordvoerder vrijdag gezegd.
Aristide blijft in zijn witte paleis in Port-au-Prince benadrukken dat hij tot het einde van zijn ambtstermijn in 2006 aanblijft. Hij heeft het leger negen jaar geleden afgeschaft en stoelde zijn macht voornamelijk op straatbendes. Welke van die bendes hem nu zullen verdedigen en welke niet, is niet duidelijk. De kleine, slecht uitgeruste politiemacht stelt niet veel voor.
Frankrijk stelde donderdag al dat de president beter kon gaan, om een bloedbad in Port-au-Prince te voorkomen. De Franse minister van Buitenlandse Zaken, De Villepin, houdt vooral de president voor de anarchie in Haïti verantwoordelijk.
De VS overwegen naar verluidt militair in te grijpen. De marine zou het bevel kunnen krijgen met drie oorlogsbodems en zeker 2200 man op te stomen naar Haïti.
De Democratische presidentskandidaat John Kerry heeft zich in Amerikaanse media ook over Haïti uitgelaten. Hij zei dat de huidige chaos en de onmacht van de regering van Haïti mede een gevolg zijn van het beleid van president Bush. Die zou door zijn ideologische afkeer van de voormalige priester en populist Aristide hebben bijgedragen aan de armoede en de conflicten in Haïti.
De VS vrezen de komst van Haïtiaanse vluchtelingen naar Florida, indien de toestand verder uit de hand loopt. De Amerikaanse marine gaf aan voorbereidingen te treffen om schepen naar de Haïtiaanse kustwateren te sturen, mocht dat nodig worden geacht om een vluchtelingencrisis af te wenden en de 20.000 Amerikanen in Haïti te beschermen.
De rebellen in Haïti hebben in hun opmars naar Port-au-Prince het op 40 kilometer van de hoofdstad gelegen Mireblais veroverd. In Mireblais verjoegen de rebellen vrijdagmorgen de politie en bevrijdden zij volgens getuigen 67 gevangenen. Het was onduidelijk of de rebellen de stad bezetten of verder trokken naar Port-au-Prince. Donderdagavond verliet de politie Les Cayes, dat 100 kilometer ten westen van de hoofdstad ligt. De stad werd ingenomen door de Base Résistance, een beweging die banden onderhoudt met de Haïtiaanse oppositie, maar niets te maken heeft met de rebellen.
Rebellenleider Guy Philippe zei donderdag dat zijn mannen zich verzamelen rond Port-au-Prince, in afwachting van het bevel ten aanval te trekken. De eerste doelwitten van de rebellen worden het nationaal paleis en de privé-woning van president Jean-Bertrand Aristide in Tabarre, een buitenwijk van de hoofdstad. De rebellen hebben de opdracht om Aristide te arresteren als die weigert af te treden. Ze willen hem berechten voor onder meer corruptie en moord.
Het straatbeeld in de hoofdstad Port-au-Prince wordt intussen bepaald door gewapende bendes, die steeds agressiever optreden. Plunderaars stalen vrijdag in Port-au-Prince alles wat los en vast zat. Lijken en zwaargewonden liggen, aldus correspondenten ter plaatse, in de straten van de hoofdstad.
Er zijn geen aanwijzingen dat de bendes gecoördineerd of met een duidelijke commandostructuur te werk gaan. Bendeleden gaan volgens ooggetuigen soms ook elkaar te lijf bij ruzies tijdens plunderingen.