Dat blijkt uit een onderzoek dat de gemeente Amsterdam liet doen naar het schoolkeuzeproces van Amsterdamse ouders. De resultaten zijn vrijdag bekendgemaakt.

Reden voor het onderzoek was het verschijnsel dat bepaalde scholen in Amsterdam lange wachtlijsten hebben, terwijl andere last hebben van onderbezetting. De mening van Amsterdamse ouders over zwarte en witte scholen speelde ook een rol bij het onderzoek.

Uit het onderzoek blijkt dat alle ouders het belangrijk vinden dat de school in de buurt staat. Als een school in de ogen van de ouders te zwart is, vindt 60 procent van de autochtone en 25 procent van de allochtone ouders dit een reden om een school niet te kiezen.

In Amsterdam spreekt men van een zwarte school als meer dan 50 procent van de leerlingen allochtoon is. In de rest van het land ligt dit percentage op 30. Verantwoordelijk wethouder A. Aboutaleb is blij dat de Amsterdammer toleranter is dan de rest van Nederland.

Opvallend is verder dat de religieuze uitgangspunten die een school hanteert weinig invloed hebben op de schoolkeuze. Ook blijkt de kwaliteit van een school weinig aandacht te krijgen bij de keuze van een school. Sfeer blijkt wel een belangrijk motief te zijn om een school te kiezen.

Aboutaleb vindt dat allochtone ouders beter moeten worden ingelicht over de verschillende onderwijssoorten die Amsterdam kent. Verder vindt hij dat scholen meer moeten inspelen op de wensen van de ouders.

Aboutaleb roept de ouders ertoe op goed te bedenken wat ze doen als ze hun kind naar een witte of een zwarte school sturen. „Er is veel kritiek op de islamitische scholen. Ze zouden slecht zijn voor de integratie van allochtonen. Witte scholen zijn dat ook. Je plaatst je kind in een geïsoleerde omgeving, maar dat kind moet later wel kunnen samenleven met de allochtone Amsterdammer.”