Commentaar: Lokaal sterk, landelijk aan de zijlijn, ziedaar het SP-profiel
Is de Socialistische Partij vooral een schreeuwerige protestpartij die in de Tweede Kamer voorlopig nog wel even zal vertoeven in de luwte van de oppositie? Of is het een regeringspartij in wording, die bij elke verkiezing en de daarop volgende coalitievorming weer net wat serieuzer wordt genomen dan bij de stembusronde daarvoor?
Op basis van het interview dat deze krant zaterdag publiceerde met partijvoorzitter Marijnissen, binnen de SP nog altijd een invloedrijk man, is voor beide opties iets te zeggen. Bij de SP als protestpartij hoort de positiebepaling van een partij die voor het moderniseren van de verzorgingsstaat, het afslanken van de publieke sector en het liberaliseren van de financiële markten bij eventuele kabinetsonderhandelingen een enorme tegenprestatie zal eisen. Als een dergelijke koers voor de partij al te bespreken is.
Bij de SP als regeringspartij in wording past de trend naar een wat pragmatischer, minder dogmatische opstelling, die eveneens zichtbaar is binnen deze beweging. SP-Tweede Kamerleden opereren op een aantal dossiers niet meer uitsluitend solistisch, maar stralen uit onderhandelingsbereid te zijn. Samengevat, op het eerste gezicht kan het met de partij momenteel meerdere kanten op.
Of er momenteel ook binnen de partij zo’n fifty-fifty-inschatting wordt gemaakt is evenwel de vraag. Allereerst ligt de voor de partij gewichtige vraag op tafel welke consequenties een mogelijk vertrek van Marijnissen heeft. Barst er intern discussie los, bijvoorbeeld over de afdrachtregeling, die inhoudt dat de politiek actieve SP-leden zich verplichten een deel van hun honorarium terug te storten in de partijkas? Uitgesloten is het niet. Waar veel SP’ers van het eerste uur de regeling beschouwen als een wezenskenmerk van de partij willen sommigen van de jongere generatie er het liefst zo snel mogelijk van af.
Ook bij een soepeler wisseling van de wacht blijft het echter een gegeven dat de krachtsverhoudingen in de Eerste Kamer voor een nieuwe coalitie zeer bepalend zullen zijn. Concreet: er is een gerede kans dat VVD, D66 en CDA straks gedrieën de romp van een nieuw kabinet zullen vormen. Dat zij tot het uiterste zullen gaan om de SP daar als vierde bij te krijgen, ligt op zijn zachtst gezegd niet voor de hand.
Een machteloze partij aan de zijlijn dus, die SP? Voor de SP in de Tweede Kamer valt dat niet uit te sluiten, maar bedacht moet worden dat het hebben van een lokale machtsbasis anno 2015 voor een politieke beweging meer gewicht in de schaal legt dan ooit. Wie invloed wenste op de ouderenzorg of de arbeidsintegratie moest de voorbije decennia vooral in de Tweede Kamer zijn. Die tijd is voorbij; de verantwoordelijkheid voor veel voormalige rijkstaken is overgedragen aan gemeenten. En uitgerekend op het lokale niveau vertoont de invloed van de SP een nog altijd stijgende lijn.
Kortom, wie de SP het liefst wil afdanken, moet daar wellicht toch nog even mee wachten. Het decentraliseringsbeleid waartegen de SP de afgelopen jaren luidkeels fulmineerde, zou voor de partij weleens de bekende vermomde zegen kunnen blijken te zijn.