De termijn van de huidige voorzitter, minister Jeroen Dijsselbloem houdt 21 juli op na 2,5 jaar voorzitterschap. Hij wil herkozen worden, maar heeft stevige competitie van de Spanjaard Luis de Guindos. Destijds was Spanje het enige land dat niet achter de uitverkiezing van Dijsselbloem stond, omdat het land vindt dat Spanje is onderverdeeld als het gaat om hoge Brusselse posten.

De verkiezing van een voorzitter stond oorspronkelijk al op de agenda van de vorige reguliere vergadering van de eurogroep in juni, maar werd op verzoek van Spanje uitgesteld. Officieel omdat Griekenland alle aandacht verdiende, officieus om nog langer te kunnen lobbyen voor de eigen kandidaat.

Naar verluidt zou Spanje vorig jaar al bij de verdeling van belangrijke EU-posten hebben geregeld dat de christendemocraat De Guindos de nieuwe voorzitter van de eurogroep wordt. Duitsland zou in ieder geval de kandidatuur van De Guindos steunen. Ook andere christendemocratische ministers zouden aan de Spaanse kant staan. Dijsselbloem kan dan weer rekenen op de steun van de sociaaldemocraten.

Het Spaanse argument van onderverdeling kreeg extra steun nadat de Nederlander Alexander Italianer benoemd werd tot de hoogste ambtenaar bij de Europese Commissie in Brussel. Spaanse media stonden vol commentaren dat het kleine Nederland weer een topjob kreeg en de vierde economie van Europa, Spanje, opnieuw naast het net viste.

Ondertussen wordt Dijsselbloem door meerdere ministers geroemd om zijn aanpak van de Griekse crisis. De Finse minister Alexander Stubb bestempelde Dijsselbloem zondag nog als een „excellente voorzitter die de boel in goede banen leidt”. Van voorzitter wijzigen te midden van Griekse onderhandelingen lijkt ongewenst, en dat zou nu in het voordeel werken van Dijsselbloem.