„Turkse christenen voor toetreding tot EU”
Toetreding van Turkije tot de Europese Unie zal de rechten van christenen in het land versterken, verwachten Turkse christenen. Europarlementariër drs. B. Belder toont zich uiterst sceptisch. „Ik zie nog geen tekenen dat Turkije zich aan de EU-criteria zal aanpassen.”
Volgens de in Duitsland opgeleide Ertan Cevik, voorganger van een baptistengemeente in Izmir, is de positie van Turkse christenen de afgelopen jaren verbeterd - „hoewel ze nog steeds niet dezelfde rechten hebben als islamitische Turken in Duitsland. Weliswaar komen we niet in de gevangenis terecht of worden we gefolterd, maar een normale, ongedwongen manier van leven kennen we toch ook niet.” Zo is het christenen niet toegestaan zich als zelfstandige kerk te organiseren of een theologische opleiding voor Turken te stichten.
Anderzijds, aldus Cevik tegenover de Duitse protestantse persdienst Idea, probeert de Turkse overheid de christelijke en de Joodse minderheid in het land te beschermen. „Bij de terreuraanslagen in Istanbul, in november vorig jaar, zocht een antiterreureenheid ook contact met onze baptistengemeente en gaf ons tips voor bescherming.”
Op het gebied van de godsdienstvrijheid en mensenrechten is er sinds de ambtsaanvaarding van minister-president Recep Tayip Erdogan, in maart 2003, veel verbeterd, meent Cevik. De doodstraf is afgeschaft en foltering verboden. Hij gaat ervan uit dat deze ontwikkeling zich voortzet als Turkije officieel mag toetreden tot de EU. Cevik woont sinds 1989 in Turkije, runt een christelijke boekhandel en leidt een baptistische gemeente met zo’n zestig bezoekers (dertig leden).
Van de 67 miljoen inwoners van Turkije is 99,6 procent moslim en 0,3 procent christen. Volgens Cevik telt het land rond de 55 evangelische gemeenten, met in totaal 3000 leden. Daarnaast zijn er meer dan 500 zendelingen actief, vooral uit Amerika en Zuid-Korea.
Harriet Cornelius is sinds 1999 met haar man en kinderen actief in een protestantse gemeente in Ankara. Vorige week zei ze in deze krant dat Turkse christenen hopen dat hun land tot de EU wordt toegelaten, want dan zal het zich aan de EU-regels voor godsdienstvrijheid moeten houden.
Monique van de Kerk woont eveneens, samen met haar echtgenoot en kinderen, in Turkije. Volgens haar hunkeren veel Turkse christenen naar een mogelijke toetreding, met de uitroep: „Eindelijk, eindelijk een klankbord!” Van de Kerk: „Ik hoop dat hun positie ten goede zal veranderen. Wanneer Turkije nu wordt afgewezen, krijgen de christenen en de andersdenkenden in het land het zeer moeilijk.”
Drs. B. Belder, europarlementariër voor ChristenUnie-SGP, vindt de positie van christenen in Turkije „heel belangrijk” en is er ook voor de Turkse autoriteiten hierop te bevragen. „Ik heb zojuist een interessant artikel gelezen van de Duitser Helmut Wiesmann, waarin deze heel verstandige dingen zegt over het probleem van de godsdienstvrijheid in Turkije. Het land heeft een Presidium voor religieuze aangelegenheden: een officieel controleapparaat van de Turkse staat op de islam, waar 90.000 mensen werken, let wel: moefti’s en imams. Vorig jaar bewilligde het Turkse parlement erin dat hier nog 15.000 plaatsen bijkomen. Dit enorme staatslichaam controleert niet alleen, maar bevordert ook de soennitische islam. Mijn punt zou daarom zijn: Wat denkt Turkije, bij eventuele toetreding, te gaan doen met dit Presidium? Op het gebied van de rechtspersoonlijkheid is er tot nu toe niets gebeurd voor de christenen, alle in dit artikel genoemde uitlatingen ten spijt. Ik zie nog geen tekenen dat Turkije zich aan de EU-criteria zal aanpassen. Het is compleet ongewis of de hoop op meer godsdienstvrijheid voor minderheden politiek echt in vervulling gaat. Je kunt trouwens evengoed stellen: De komst van Turkije bevordert de islamisering van de EU.”
Belder wil echter niet „dat we de koude schouder aan de positief gestemde Turkse christenen tonen. Ik ben er ook voor dat we met de eurofractie serieus naar deze argumentatie kijken. Maar wel zeg ik: Hoe reëel is deze optie? Dan ben ik niet optimistisch, want bij alle wetshervormingen ontdek ik tot op heden nog niets over godsdienstvrijheid.”