Nederlandse ogen zien vervuiling uit ruimte
STEVENAGE (ANP). De ruimte wordt een beetje Nederlandser. Europa lanceert volgend jaar een satelliet die luchtvervuiling gaat meten. Het belangrijkste onderdeel daarvan is het instrument dat de metingen moet gaan doen, de Tropomi. Die is de afgelopen jaren door Nederland gemaakt. De bouw is deze week afgerond in Engeland. Nu begint het wachten op de lancering.
De Tropomi kijkt naar de onderste laag van de dampkring. Daar zit de lucht die wij inademen, de rook die schoorstenen uitblazen en alle stofdeeltjes van het verkeer en de bouw. In die lucht zitten broeikasgassen als methaan, ozon en koolstofdioxide. „We wonen met veel mensen op weinig vierkante kilometers. Luchtkwaliteit en klimaatverandering zijn voor ons heel belangrijk”, zegt Harry Förster van de Nederlandse ruimtevaartorganisatie NSO.
De Tropomi maakt elke dag een nieuwe ‘wereldkaart’ van de vervuiling. Zo kan hij - beter dan zijn voorgangers - zien waar de gassen vandaan komen en waar ze naartoe gaan. Die informatie kan helpen bij de strijd tegen klimaatverandering. „Dag na dag kun je zien hoe de gassen op aarde zich verplaatsen. Als de wind uit het westen komt, ademt Nederland de smog uit Londen in. De rook van de haven van Rotterdam gaat dan richting Duitsland”, zegt Frank Meiboom van de bouwer van het instrument, het bedrijf Airbus Defence and Space uit Leiden.
Er zijn een paar dingen die wetenschappers nog niet goed begrijpen. Het Nederlandse instrument moet daar antwoord op helpen geven. „De atmosfeer is heel dynamisch. We weten bijvoorbeeld niet goed hoe al die gassen in de dampkring precies op elkaar reageren. Een paar jaar geleden zat er ineens een gat in de ozonlaag boven Europa en we wisten niet goed hoe die er kwam”, aldus Förster.
De sonde levert een enorme hoeveelheid informatie op. Na elk rondje rond de aarde, dus om de anderhalf uur, stuurt hij alle metingen terug naar de aarde. Per keer is dat 22 gigabit aan gegevens, genoeg om een dvd mee te vullen. Per dag vult hij dus 16 dvd’s, en dat zeven dagen per week, minstens zeven jaar lang. Wetenschappers over de hele wereld kunnen er gratis mee aan de slag.
De hele satelliet kost ongeveer 220 miljoen euro, van ontwerp tot en met lancering. Nederland betaalt daarvan ongeveer 85 miljoen. De komende maanden wordt het vaartuig grondig getest. Tussen april en juli volgend jaar is de lancering, vanuit het hoge noorden van Rusland.