Binnenland

Ontbijtkoek, bier, meubels en spikkels uit Barneveld

BARNEVELD. Barneveld mag dan met recht bekendstaan als een agrarische gemeente, industrie is er vanouds ook een belangrijke inkomstenbron. Het verleden van meubelfabrieken, bierbrouwerijen, molens, koekfabrieken en metaalbedrijven herleeft in een boek en een expositie onder de gezamenlijke titel ”Barneveldsch Fabrikaat”.

Jan Kas
10 July 2015 20:32Gewijzigd op 15 November 2020 20:23
De klompenfabriek van de firma Broekhuis.  beeld uit besproken boek
De klompenfabriek van de firma Broekhuis.  beeld uit besproken boek

Oud-gemeentearchivaris Gerjan Crebolder schreef het 224 pagina’s tellende boek (ISBN 9789492055132, 24,50 euro), dat vrijdag werd gepresenteerd bij de opening van de tentoonstelling in Museum Nairac in Barneveld. De expositie is onderdeel van het provinciale erfgoedfestival ”Gemaakt in Gelderland” en is tot 31 oktober te bezichtigen.

De pluimveehouderij, die de laatste decennia van de negentiende eeuw tot grote bloei kwam, was de bakermat voor veel Barneveldse ondernemingen, zoals pluimveeslachterijen en de verpakkingsindustrie. Sommige pluimveegerelateerde bedrijven hebben nu een wereldwijde afzetmarkt: veevoerproducenten De Heus en Koudijs, Moba (eiersorteermachines), Impex (drinkwatersystemen) en Jansen Poultry Equipment (huisvestingsystemen voor pluimvee). Diverse zuivelfabrieken en leerlooierijen kwamen ook uit de agrarische sector voort. Het oudste vleesverwerkende bedrijf van Barneveld, De Roller, levert nog altijd rookworsten.

Hoewel Barneveld vroeger kon bogen op een van de grootste schapenmarkten van Nederland en er veel wol moet zijn geproduceerd, is van textielindustrie op grote schaal nooit sprake geweest. Die eer werd in de regio aan Veenendaal gelaten. In de negentiende eeuw kende Barneveld slechts vier kleine textielbedrijven: twee petten- en twee wollengarenfabriekjes.

Hout uit de Veluwse bossen was de grondstof voor wagenmakerijen, meubelfabrieken en klompenmakerijen. Ook in de metaal hield Barneveld een naam hoog met onder andere fabrieken voor rijwielonderdelen (velgen van Van Schothorst en kettingkasten van Van der Woerd) en kaartstandaarden en andere draagconstructies voor fietsen (Steco in Stroe). Constructiebedrijf Bouw Staalbouw leverde de overkappingen voor Burgers’ Bush en Burgers’ Desert in Arnhem.

Barneveldse koekenbakkers waren een begrip. De firma Van de Wal groeide uit tot een grote landelijke koekfabriek met als specialiteit de Super Gelderse Reuzen, een kloeke ontbijtkoek van ruim een pond. Versteeg’s Bakkerijen was nationaal marktleider met kokosmakronen; met de mergpijpjes was het bedrijf goede tweede.

De biologisch-dynamische landbouwer Pierre Dekkers produceerde vruchtenconserven. Na de Tweede Wereldoorlog waren vooral zijn bio-vruchtenjams populair. Dekkers verklapte een trouwe klant zijn geheim: „Ik laat de jams bij het inkoken altijd héél kort aanbranden. Dat geeft er een karamelsmaak aan.”

Barneveldse bedrijven timmeren nog steeds aan de weg. Met onverholen trots ‘onthult’ Crebolder dat de knalgele Wiedewagens van bakkerij ’t Stoepje uit Spakenburg in Voorthuizen worden vervaardigd door carrosserie- en wagenbouwbedrijf Meijvo. De ‘spikkels’ waarin kinderen graag hun softijsje laten dopen, komen van de Barneveldse suikerwerkfabriek Sidilco, opgericht in 1952.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer