Kibboetsbewoonster: Aanvallen uit Gaza beginnen weer
KFAR AZA. Kibboetsbewoonster Jannie Ades-Mouw is ervan overtuigd: binnenkort beginnen de aanvallen vanuit de Gazastrook op Israël weer. „Ik merk dat ik er steeds minder goed tegen kan.”
Woensdag was het een jaar geleden dat het Israëlische leger Operatie Beschermende Rand begon om een eind te maken aan de Palestijnse aanvallen. Zeven weken lang trad Israël op in de Gazastrook om de rust en de veiligheid te herstellen.
Veel bewoners van kibboets Kfar Aza –dicht bij de grens– zochten tijdelijk elders hun toevlucht. „Wij moesten eigenlijk ook weg”, zegt Ades. „Ik wilde echter blijven, zodat ik mijn dochter in het leger zou kunnen bezoeken en zodat zij op haar vrije dagen naar ons kon komen. We zijn meerdere keren enkele dagen met onze caravan weggegaan. Het kinderdagverblijf waar ik werk, was gesloten, omdat vooral jonge gezinnen wegtrokken.”
Ades groeide op in Putten, waar ze tot de hervormd-gereformeerde gemeente behoorde. Sinds 1983 woont ze in Kfar Aza, met een onderbreking van twee jaar toen ze met haar gezin in Nederland verbleef. In mei 2008 explodeerde er een Palestijnse raket in haar voortuin tijdens een aanval op de kibboets. Daarbij kwam haar buurman om.
Vorig jaar duurde de onrust twee maanden. „Ontzettend lang”, zegt Ades. „De raketten hebben hier heel veel schade aangericht. Gelukkig is er niemand gewond geraakt, maar emotionele schade is er wel. De ervaringen stapelen zich op; ik merkte dat ik minder innerlijke kracht had dan eerdere jaren. Er is nieuwe angst bijgekomen: naast de raketaanvallen is er nu ook de dreiging van de tunnels die de Palestijnen onder de grens door graven. Ze kunnen opeens in je huis of je achtertuintje uit de grond komen.
Voorheen wisten we dat als het alarm afging, we vijftien seconden hadden om een schuilplaats te bereiken. Sinds er vorig jaar in een naburige kibboets een vierjarig jongetje omkwam, weten we dat we bij het alarm eigenlijk al in de schuilplaats moeten zitten. Elk huis heeft een beveiligde kamer, maar als ik boodschappen doe, drie minuten verderop, vraag ik me altijd af hoe ik me het snelst in veiligheid kan brengen.
Als kibboetsbewoners zijn we er goed in om onze ervaringen te verdringen, anders zou je het hier niet volhouden. Zodra het weer rustig is, zie je gezinnen terugkeren en nieuwe bewoners arriveren. Er wordt hier gebouwd en we hebben inmiddels tussen de 750 en de 800 bewoners. In vredestijd ís het hier ook prettig wonen: mooi groen, geen hoogbouw, geen verkeer, goede kinderopvang.”
Sinds 2008 is het niet meer zo rustig geweest als na het staakt-het-vuren van 26 augustus vorig jaar, zegt Ades. „Maar het is voorbij. De afgelopen zes weken is weer één of twee keer per week een raket afgeschoten. Het is niet de vraag óf het conflict weer oplaait, maar wannéér dat gebeurt. Niet alle tunnels zijn opgeblazen en het afgelopen jaar heeft Hamas weer volop nieuwe gegraven. Er ligt een plan klaar dat bij een aanval onze nederzetting als geheel naar een andere kibboets verhuist.”
Het geeft soms een uitzichtloos gevoel. „Vóór 2008 dacht ik: Praat met elkaar, want geweld lost niets op. Maar ik ben gaan inzien dat er niemand is met wie je een gesprek kunt voeren. De Palestijnse bevolking zal ook in vrede willen leven, maar is te zwak om tegen de leiders in opstand te komen.”