2 jaar cel geëist voor financieren terrorisme
ROTTERDAM (ANP). Als het aan het Openbaar Ministerie (OM) ligt, gaat Burcu T. twee jaar de cel in. De 29-jarige vrouw wordt ervan verdacht terrorisme te hebben gefinancierd, met een aantal betalingen aan een tussenpersoon in Turkije van in totaal zo’n 2000 euro.
Het geld zou bestemd geweest zijn voor Deutsche Taliban Mujahideen (DTM) en Islamitische Jihad Unie (IJU). Die organisaties hebben met de giften die zij ontvingen wapens en munitie gekocht, strijders en hun gezinnen onderhouden, wapentraining gegeven, mensen geworven en mediacampagnes opgezet die opriepen tot deelname aan de gewelddadige jihad. Dat zei de aanklager donderdag in de extra beveiligde zittingszaal van de rechtbank in Rotterdam. Met het geld dat ze overmaakte via Western Union heeft T. volgens justitie de organisaties in staat gesteld terroristische aanslagen te plegen.
Volgens advocaat Yasemin Karga had T. niet in de gaten dat het geld naar de terroristische strijd ging. Ze dacht dat ze geld gaf voor weeskinderen en weduwes van islamitische strijders. „Het ging om liefdadigheid. Ze was alleen maar bezig met het leed van moslims, ze heeft nooit terrorisme willen financieren.”
Pas nadat ze aangehouden werd, is T. onderzoek gaan doen naar de organisaties en kwam ze te weten waar het ze om te doen was, stelt Karga. Volgens het OM blijkt uit haar surfgedrag dat T. al veel langer op de hoogte was van de activiteiten van de organisaties die ze financierde. Ook zijn twee readers gevonden bij haar thuis, gedateerd voor haar aanhouding, met foto’s van strijders en informatie over IJU.
Volgens T.’s advocate is er te veel tijd verstreken tussen de eerste keer dat T. werd aangehouden (januari 2010) en de inhoudelijke behandeling van haar zaak op donderdag. Ze wil daarom dat de rechtbank het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk verklaart. In 2012 werd T. overigens nog eens aangehouden en zat ze zeven weken op de terroristenafdeling van de gevangenis.
Eind 2012 kreeg T. toestemming van de rechter om naar Turkije te reizen, waar ze inmiddels een gezin heeft. Voorwaarde was wel dat ze binnen bepaalde tijd terug zou keren naar Nederland, maar dat deed ze niet. „Ze wil haar gezinsleven kunnen voortzetten”, aldus haar advocate.
Uitspraak 22 juli.