Afgelopen jaar verliep dramatisch voor Balfour Beatty. Het zag zich in vijf maanden tijd drie keer genoodzaakt de vooruitzichten neerwaarts bij te stellen en sloot 2014 af met een verlies van meer dan 300 miljoen pond. Dividend voor de aandeelhouders zat er met dat resultaat niet in.

Daarnaast sprak Balfour Beatty vorig jaar tevergeefs met branchegenoot Carillion over een overname door dat bedrijf. Daarmee zouden twee van de grootste Britse bouwondernemingen onder een dak zijn gekomen. De partijen konden het evenwel niet eens worden over de prijs.

De nieuwe tegenvallers zitten met name in het Verenigd Koninkrijk, waar Balfour Beatty eerder ook al stevig moest afschrijven op projecten. Het bedrijf concurreert daar onder meer met het Nederlandse BAM. Daarnaast zijn nieuwe problemen opgedoken in de Verenigde Staten en het Midden-Oosten.

De in januari aangetreden topman Leo Quinn erkende in een toelichting dat de problemen nog niet tot het verleden behoren. Hij sprak wel van „bemoedigende voortgang”, en benadrukte dat het bedrijf ondanks de financiële tegenvallers de kaspositie ten opzichte van de eerste helft van 2014 heeft weten te versterken.