België haalt bedreigde christenen uit Syrië
BRUSSEL. Met een speciale operatie hebben Belgen 244 Syrische christenen naar België gehaald. Het gaat om bedreigde christenen uit de stad Aleppo.
De actie duurde twee maanden en werd onlangs afgerond. Het initiatief kwam van een comité bezorgde burgers en werd gedragen door de Belgische regering.
Tot de Syrische burgeroorlog woonden er in Aleppo 160.000 christenen, nu leven er naar schatting nog zo’n 50.000. De geredde christenen, vooral gezinnen, moesten eerst naar de grens met Libanon zien te komen. Daarna werden zij op de Belgische ambassade in Beiroet opgevangen.
„Hun enige vluchtroute naar Libanon dreigde afgesneden te worden”, zei staatssecretaris van Asiel en Migratie, Theo Francken, woensdag. Volgens hem zijn er bovendien aanwijzingen dat „een finaal offensief tegen Aleppo nakend is.” „Indien de christelijke wijken door radicaalislamitische milities onder de voet worden gelopen, zullen dood en slavernij ongetwijfeld hun lot zijn.”
Francken zei te beseffen dat alle mensen in Syrië lijden, „maar christenen worden specifiek vervolgd om hun geloof en zijn dus extra kwetsbaar.”
Britse kerkleiders riepen woensdag eveneens op christelijke vluchtelingen uit het Midden-Oosten voorrang te geven bij asiel in Europa. „Honderd jaar geleden vormden christenen nog een kwart van de bevolking in het Midden-Oosten; vandaag de dag zijn ze een minderheid onder de 5 procent. Daarom moet de Europese Unie handelen”, zei de anglicaanse bisschop Christopher van Coventry.
Tijdens een debat in het Europees Parlement pleitte Europarlementariër Bas Belder (CU-SGP) er woensdagavond voor het verzoek van christenen in het Midden-Oosten om wapenhulp te honoreren.