Chinese aandelen zijn sinds medio juni gemiddeld bijna een derde minder waard geworden. Maandag leken de koersen even te stabiliseren, nadat de overheid nieuwe maatregelen had aangekondigd om de aanhoudende koersdalingen te stoppen, maar dinsdag ging de markt opnieuw onderuit. In Shanghai verloor de belangrijkste beursgraadmeter 1,3 procent, maar vooral kleinere fondsen kregen veel zwaardere klappen.

Voor opening van de markten verzekerde premier Li dat China genoeg in zijn mars heeft om de economische moeilijkheden van dit moment het hoofd te bieden. Daarbij ging hij evenwel volledig voorbij aan de malaise die de effectenbeurzen al drie weken in zijn greep heeft. Gevreesd wordt dat die wel degelijk de toch al sterk afgezwakte economische groei verder onder druk zal zetten.

De Chinese overheid heeft paal en perk gesteld aan beursgangen en nieuwe aandelenuitgiftes door bedrijven. Dit om te voorkomen dat een stijgend aanbod aan aandelen de koersen verder onder druk zet. Eerder hadden een renteverlaging en versoepeling van de regels voor kredietverlening nog niet het gewenste, kalmerende effect.