Rebellen veroveren derde stad Haïti
Haïtiaanse rebellen zijn donderdag Les Cayes, de derde stad van Haïti, binnengetrokken. Een groep van ongeveer twintig opstandelingen zou het politiebureau hebben bezet. De gevangenen in het bureau zouden in vrijheid zijn gesteld, aldus politiemedewerkers en Radio Métropole.
Voorafgaand aan de bezetting van het politiebureau was er een schotenwisseling tussen de rebellen en gewapende aanhangers van president Aristide.
Les Cayes telt ongeveer 125.000 inwoners. Als de opstandelingen de stad stevig in handen krijgen, betekent dit dat Aristide de controle over drie van de vier grote steden van Haïti heeft verloren. Gonaïves en Cap-Haïtien vielen al eerder in handen van rebellen.
De rebellen die al de helft van het grondgebied van Haïti onder de voet hebben gelopen, verzamelen zich rond de hoofdstad Port-au-Prince, in afwachting van het bevel ten aanval te trekken, zei rebellenleider Guy Philippe donderdag. De eerste doelwitten van de rebellen worden het Nationale Paleis en de privé-woning van president Jean-Bertrand Aristide in Tabarre, een buitenwijk van de hoofdstad.
De rebellen hebben de opdracht om Aristide te arresteren als die weigert af te treden. Ze willen hem berechten voor onder meer corruptie en moord. Aanhangers van Aristide, sommigen gewapend met pistolen en machetes, zijn begonnen fortificaties te bouwen voor het Nationale Paleis.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, stelde donderdag openlijk de vraag of Aristide nog wel kan aanblijven. „Of hij al dan niet kan doorgaan als president is iets dat we zorgvuldig zullen moeten bekijken, in het belang van het Haïtiaanse volk”, zei Powell tegen journalisten.
De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties vergaderde donderdag over Haïti, en Caraïbische landen vroegen de raad met spoed een internationale troepenmacht naar het land te sturen om de orde te herstellen. De Veiligheidsraad gaf echter aan dat pas te willen doen als de regering en de oppositiepartijen in Haïti het eens zijn geworden over een politieke regeling. Aristide zei tegen de nieuwszender CNN dat een kleine internationale troepenmacht de rebellen al op de knieën zou kunnen dwingen. Volgens hem zijn „enkele tientallen” buitenlandse soldaten of politieagenten mogelijk al genoeg. Aristide zei nogmaals dat hij niet zal afreden.
Ook het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken probeert sinds donderdag de crisis op Haïti zonder verder bloedvergieten op te lossen. Afgezanten van de Haïtiaanse regering kwamen donderdag in Parijs aan voor gesprekken vrijdag met de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Dominique de Villepin. Het is de bedoeling dat ook leden van de politieke oppositie naar Parijs komen, maar zij zouden niet in staat zijn het Caraïbische land te verlaten, omdat er geen vliegtuig beschikbaar is.
De Villepin heeft zich uitgesproken voor het aftreden van president Jean-Bertrand Aristide. Hij voerde hierover gesprekken met VN-chef Kofi Annan en zijn Amerikaanse en Canadese collega’s, respectievelijk Colin Powell en Bill Graham.
Rebellenleider Philippe beweerde dat er zich al groepjes rebellen onder de bevolking in de hoofdstad hebben gemengd. Zij krijgen versterking van diverse groepen rebellen uit de noordoostelijke stad Ouanaminthe, de noordelijke plaatsen Saint-Michel de l’Attaye en Saint-Raphael en Gonaïves, de thuisbasis van de rebellen, zo’n 100 kilometer ten noordwesten van de hoofdstad. Philippe zegt de beschikking te hebben over zo’n 5000 strijders, een veelvoud van het aantal waarmee de opstand enkele weken in Gonaïves begon. Hij liet weten dat hij morgen zijn 36e verjaardag in Port-au-Prince wil vieren.
Ook donderdag verlieten weer talrijke buitenlanders Haïti, onder wie ook VN-functionarissen en medewerkers van Europese missies. De Amerikaanse kustwacht heeft naar eigen zeggen al circa 500 Haïtianen op zee tegengehouden die naar de VS zouden willen vluchten.