De TNO-onderzoekers bekeken bedrijven in de textielindustrie en de voedingsmiddelenindustrie. De betrokken werknemers vinden dat ze harder werken dan hun collega’s. Vaak zijn ze niet in staat hun werk los te laten. Volgens TNO is een ongezonde werkstijl toe te schrijven aan individuele karaktereigenschappen of aan de cultuur in een bedrijf.

Daar komt bij dat huis- en Arbo-artsen patiënten met rsi-klachten niet vaak genoeg naar een specialist doorverwijzen. Het resultaat is dat mensen soms tijdenlang de verkeerde behandeling krijgen en klachten houden. Dat stelde de RSI-patiëntenvereniging donderdag.

Volgens S. Dippel van de patiëntenvereniging is zij daar zelf een voorbeeld van. Zij werd behandeld als iemand met een zogeheten aspecifieke vorm van rsi waarbij geen aandoening kan worden gevonden. Ze zat een jaar lang onnodig thuis, want achteraf bleek dat ze een specifieke rsi had die een stuk makkelijker te genezen is.

Specifieke vormen van rsi zijn bijvoorbeeld een slijmbeursontsteking of een carpaal-tunnelsyndroom. Die zijn met een echo of foto in het ziekenhuis op te sporen en te behandelen door bijvoorbeeld een operatie of een injectie met medicijnen.

Dippel pleit dan ook voor beter onderzoek. Er zou er nog geen eenduidige diagnose van aspecifieke rsi zijn; artsen en therapeuten zijn nog in discussie over de vaststelling van de zwaarte van de klachten. Op dit moment tasten patiënten bij gebrek aan betrouwbare informatie en alternatieven vaak diep in de buidel voor bedrijven die claimen de oplossing gevonden te hebben.

Volgens TNO kunnen mensen rsi-klachten gedeeltelijk voorkomen door het herkennen van het eigen gedrag en het aanpassen van de organisatiecultuur.

TNO brengt de onderzoeksresultaten zondag, op de jaarlijkse internationale RSI Awareness Day, naar buiten. Op de enige niet-repetitieve dag van de kalender.