Onlusten in getroffen gebied Marokko
In de Noord-Marokkaanse streek die eerder deze week door een aardbeving is getroffen, hebben donderdag talrijke gedupeerden tegen de overheid gedemonstreerd. Bij een betoging in de havenstad Al-Hoceima met naar schatting 1500 personen, raakten enkele deelnemers gewond toen Marokkaanse militairen ingrepen.
Een deel van de demonstranten in de stad viel overheidskantoren aan. De betogers uitten hun onvrede over de in hun ogen slechte hulpverlening door de autoriteiten. Zij stellen dat de regering in Rabat onvoldoende adequaat op de natuurramp reageerde.
De overlevenden klagen over een gebrek aan hulpgoederen. Opnieuw moesten duizenden personen de nacht in de openlucht doorbrengen. Op het vliegveld van Al-Hoceima plunderden mensen vrachtwagens met matrassen, dekens en tenten die daar stonden te wachten om naar de getroffen dorpen in de buurt te rijden. Ook in onder meer het dorp Im-Zouren zouden bewoners hulpgoederen hebben gestolen.
In Tammazint, een dorp in het Rifgebergte dat door het natuurgeweld werd weggevaagd, protesteerden honderden slachtoffers tegen „opgeblazen bureaucraten” die hun plicht zouden verzaken. „Onze gemeenteraadsleden wonen in grote huizen aan de zee in Al-Hoceima, 20 kilometer verderop. We hebben hen al twee dagen niet gezien”, klaagde een activist. Samen met acht andere personen vormde hij een noodcomité dat het dorpsbestuur op zich nam.
Tijdens de spontane manifestaties tegen de regering werd de regio getroffen door een zware naschok van 5,3 op de schaal van Richter, twee dagen na de beving, die meer dan 570 mensen het leven kostte. Volgens de eerste berichten vielen er door de naschok geen gewonden.
De reddingsoperaties in het gebied gelden als afgerond. Het aantal doden staat nu min of meer vast, zo meldde de coördinator van de Europese hulp- en reddingsteams in de regio.
Een vertegenwoordiger van de hulporganisatie Rode Halve Maan in Marokko verklaarde daarentegen dat de zoektocht naar overlevenden nog zeker tot dinsdag zal duren. Volgens hem is een periode van een week de internationale norm.
Het Nederlandse Urban Search and Rescue (USAR)-team helpt sinds woensdagavond mee met het verdelen van hulpgoederen. Volgens een woordvoerder verricht het team hand- en spandiensten op het vliegveld van Al-Hoceima en zal het team vermoedelijk niet meer zoeken naar slachtoffers. De hulpverleners zagen de plunderingen, maar zij waren niet persoonlijk getroffen.
Het team ging naar Marokko om naar gewonden en dodelijke slachtoffers te zoeken onder het puin van ingestorte gebouwen. USAR was van plan tien dagen te blijven, maar de zegsman sluit niet uit dat de hulpverleners eerder terugkomen.
Het USAR-team, dat onder Binnenlandse Zaken valt, is op verzoek van de regering gestuurd. De bijstandseenheid voor hulp bij rampen in binnen- en buitenland bestaat uit veertig mensen, vier honden en reddingsmaterieel.
Veertig Spaanse hulpverleners zijn gefrustreerd teruggekeerd naar huis, omdat de autoriteiten hen tegenwerkten. En in het dorp Ajdir hielden zo’n 200 mannen vrachtwagens met hulpgoederen tegen die op weg waren naar een ander dorp. Sommigen zwaaiden met messen en dreigden de touwen om de dekens in de vrachtwagens door te snijden.
„We wachten al drie dagen. Ze brengen al deze hulp ergens anders naar toe, maar we hebben het hier ook nodig”, zei Abderrahim Idrissi, een 35-jarige leraar Frans. „Ze hebben ons nog niets gegeven.” Idrissi, zijn vrouw en twee kinderen hadden bij gebrek aan een tent en dekens al twee natte nachten buiten onder vellen plastic doorgebracht. Een lid van de Spaanse Beweging voor Vrede, Ontwapening en Vrijheid, Manuel Lorenzo, zei dat hulpgoederen op het vliegveld werden vastgehouden en dat zijn organisatie brood, melk en olie voor slachtoffers van de aardbeving in winkels had moeten kopen.
De Europese Commissie heeft de noodhulp voor de slachtoffers van de aardbeving in Marokko verdubbeld tot 1 miljoen euro. Europees commissaris Nielson (Ontwikkelingshulp) heeft hiertoe donderdag besloten.
Nielson had van zijn ter plaatse aanwezige medewerkers te horen gekregen dat veel meer materiaal nodig is dan gedacht. Het geld is vooral bestemd voor medische hulp, drinkwater en onderdak.