Nieuwe C3 kan onmisbaarheid in Senaat benutten
Het blijft interessant, zo’n minderheidskabinet. Een krappe twee jaar lang kon het monsterverbond van VVD en PvdA rekenen op de welwillendheid van de reservetroepen van D66, CU en SGP. Nee, het kabinet kreeg hun steun niet cadeau, maar in een proces van geven en nemen konden Rutte en de zijnen via de helpende hand van de C3 wél beleid maken.
Maar na de Eerste Kamerverkiezingen is die vaste samenwerking fini. En een nieuwe combinatie van ”meest bevriende oppositiefracties” tekent zich niet af. Dat werd begin deze week duidelijk zichtbaar toen aftastende besprekingen met D66, GroenLinks, CU en SGP over de herziening van het belastingstelsel werden afgebroken. Nadat D66 er als eerste de brui aan gaf. Pechtold vond de plannen van het kabinet „niet ambitieus genoeg.”
Best apart. Nee, niet dat de D66-leider van VVD en PvdA meer ambitie eist. Die insteek is begrijpelijk. Van een echte herziening van het belastingsystéém is in het voorstel van staatssecretaris Wiebes immers nauwelijks sprake.
Wat wel bevreemdt, is dat de man die de achterliggende twee jaar zelden terugdeinsde voor het overbruggen van inhoudelijke kloven, nu al zo snel de handdoek in de ring gooit. Zou bij Pechtold misschien ook meespelen dat GroenLinks de arena heeft betreden, een partij die op milieugebied nog een slagje ambitieuzer is dan D66, zodat Klaver na onderhandelingen gemakkelijk met de eer zou kunnen gaan strijken dat híj het belastingplan groener had gemaakt?
Hoe dit ook zij, het afnokken van Pechtold betekent nieuwe kansen en verantwoordelijkheden voor anderen, met name het CDA. Zeker, je kúnt redeneren: na het vertrek van D66 kunnen we het verhaal over belastinghervormingen wel vergeten. Een nieuw fiscaal systeem wordt straks een van de grote thema’s van de verkiezingsstrijd. Laten we vooralsnog onze blik maar richten op Prinsjesdag.
En op de derde dinsdag in september gaat het eigenlijk alleen nog om ”pakket 1” uit het oorspronkelijke belastingplan: een tamelijk eenvoudige exercitie van 5 miljard euro aan lastenverlichting. Een lastenverlichting die er waarschijnlijk sowieso komt. Het is immers nauwelijks voor te stellen dat de coalitie straks in de Eerste Kamer, waar zij zeventien zetels tekortkomt, geen steun krijgt van de oppositie? Die zal het toch zeker niet aandurven om burgers in 2016 hun langverbeide meevaller te ontzeggen?
Maar het is maar de vraag of het zo eenvoudig ligt en het dus in politiek opzicht een saai najaar gaat worden. Want dat er richting Prinsjesdag geen achterkamertjesgesprekken meer plaatsvinden, betekent nog niet dat nu alle onderhandelingsruimte voor de oppositie verdwenen is. Waarom zou dat zo zijn? Want hoe je het ook wendt of keert, Rutte II kómt in de Senaat zetels tekort. Als de oppositie het slim speelt, maakt zij van haar onmisbaarheid gebruik om in Wiebes’ belastingplan –dat nog uitgewerkt zal moeten worden in deelmaatregelen, begrotingen en wetten– verschuivingen aan te brengen.
Hier zou met name een rol weggelegd kunnen zijn voor een nieuwe C3. Want waar D66 –alle hoopvolle redeneringen van Rutte ten spijt– niet van zins lijkt om de „fantasieloze” lastenverlichting van 5 miljard euro te steunen als er geen werkelijke belastinghervorming volgt, is het frappant om te zien dat de zeventien zetels die het kabinet in de Eerste Kamer mist, precies geleverd kunnen worden door CDA (12), ChristenUnie (3) en SGP (2).
Dat CDA-leider Buma de achterkamertjes niet in wil, is daarbij niet zo relevant. Die stellingname laat immers nog voldoende ruimte om de langs een meer reguliere weg, in openbare Kamerdebatten en via amendementen, aanpassing van de plannen te eisen. Bijvoorbeeld als het gaat om de positie van kostwinners, van mantelzorgers, ouderen, chronisch zieken en gehandicapten.
Als CDA, CU en SGP rond deze thema’s eendrachtig weten op te trekken, zou het toch nog een interessante herfst kunnen worden.