Binnenland

Nationaal Onderwijsmuseum heropent deuren in Dordrecht

DORDRECHT. ”Holland van 1859”, heet het sfeervolle nieuwe onderkomen van het Nationaal Onderwijsmuseum. Die naam komt ook weer op de schoorsteen te staan als die wordt herbouwd.

L. Vogelaar
3 July 2015 15:47Gewijzigd op 15 November 2020 20:13
De inrichting van het nieuwe onderkomen van het Nationaal Onderwijsmuseum is in volle gang. Op 11 juli gaan de deuren open voor het publiek. Het museum verhuisde van Rotterdam naar Dordrecht. beeld Ronald van den Heerik
De inrichting van het nieuwe onderkomen van het Nationaal Onderwijsmuseum is in volle gang. Op 11 juli gaan de deuren open voor het publiek. Het museum verhuisde van Rotterdam naar Dordrecht. beeld Ronald van den Heerik

Op 11 juli gaat het museum weer open, en directeur T. van Ruiten raakt er niet over uitverteld. „Het gebouw in Dordrecht is de helft kleiner dan wat we in Rotterdam hadden, maar de expositieruimte is veel groter, doordat we de collectie nu elders hebben opgeslagen.” Van rancune richting de Maasstad blijkt niets. „We hebben hier nu een AA-locatie, heel geschikt en goed bereikbaar.” Dichter bij het station en met meer parkeerruimte in de omgeving dan in Rotterdam het geval was.

Ondertussen heeft het museum wel lastige jaren achter de rug. In Rotterdam werd de subsidie van Rijk en gemeente drastisch verminderd en wilde het gemeentebestuur een andere bestemming voor de voormalige gemeentebibliotheek, waarin het museum gehuisvest was. In april 2012 gingen de deuren dicht. Een tijdelijke locatie aan de Nieuwe Haven in Dordrecht bood vooral kantoorruimte. Slechts enkele kleine presentaties gaven er een beeld van de honderdduizenden voorwerpen die het museum bezit.

Voorspelbaar

Wat in 1981 als de Nationaal Historische Onderwijscollectie in Zoetermeer begon en in 1986 in het hart van Rotterdam gehuisvest was, krijgt nu in Dordrecht een royaal onderdak. „We hebben allerlei locaties bekeken, maar ik wilde niet in een voormalig schoolgebouw. Dan zou het dezelfde voorspelbaarheid krijgen als veel onderwijsmusea in het buitenland”, zegt Van Ruiten, die voorzitter van de internationale organisatie van deze musea is. „Het accent ligt daar vaak op een nostalgisch ingericht klaslokaal. Daar hebben we er in Nederland al meerdere van, gewoonlijk ingericht met spullen van ons. Dat wilden we dus niet.”

Toen kwam gebouw ”Holland van 1859” aan de Burgemeester De Raadtsingel in beeld. Voor de Drechtstad is het een welkome oplossing: ”de Holland” –in de volksmond– stond al leeg sinds Albert Heijn en Kwantum er in 2004 vertrokken. Het stadsbestuur knapte het pand op. Het geld voor herbouw van de 8 meter hoge schoorsteen bracht het museum zelf bijeen.

Dagje Dordt

Het Nationaal Onderwijsmuseum verraste de journalisten die gisteren een voorbezichtiging kregen op een wandeling door de Dordrechtse binnenstad en een rondvaart door de grachten en over de rivier. Een combinatie die ook voor bezoekers van het museum een dagje Dordt kan completeren.

Het museumgebouw zelf biedt om te beginnen een goed beeld van de architectuur van Sybolt van Ravesteyn, die niet alleen veel beton toepaste, maar ook allerlei krullen en ronde vormen. De herinrichting borduurt daarop voort. Het motief dat boven de voordeur te zien is, keert binnen terug als afdruk in de koekjes die studenten van de bakkersopleiding aan het Da Vinci College voor het museum hebben ontworpen. Een koekje voor de zomer en een koekje voor de winter.

Van Ravesteyn bouwde de Holland in 1939 als kantoor voor een brandverzekeringsmaatschappij. Hij zette het op een souterrain, zodat treinreizigers het niet over het hoofd zouden zien.

Steen en mok

Het Onderwijsmuseum koos voor zijn expositie een thematische in plaats van een chronologische opstelling. Binnen elk thema begint een bezoeker bij het heden en gaat hij terug naar het verleden, in plaats van andersom. Persoonlijke verhalen staan centraal.

”Schoolgebouwen” is zo’n thema. Van schoolgebouwenfoto’s is een school gebouwd: heel oude plaatjes, maar ook een recentere van de Rehobothschool in Geldermalsen. Er is volop aandacht voor vakken en methoden, voor de leraar en de leerling, voor onderwijsvernieuwing en beroepsvoorbereiding.

”Zeer voorzichtig” staat er op een doos, want nog niet al het moois is uitgepakt. Pal boven de bezoekers bengelen oude schoolplaten aan het plafond. Van de 300 schoolbankjes die het museum op voorraad heeft, staat een aantal in het museum opgesteld, voor wie zich voor een foto in een bankje wurmen wil.

De vrijheid van onderwijs is een belangrijk element in het museum. „Die heeft ervoor gezorgd dat er in Nederland zo’n grote variatie aan leermiddelen is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer