Erkenning Islamitische Universiteit mogelijk ingetrokken
DEN HAAG. Minister Bussemaker van Onderwijs zal niet schromen de officiële erkenning van Islamitische Universiteit te Rotterdam in te trekken als blijkt dat de opleiding te weinig maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef toont.
Dat stelde de bewindsvrouw donderdag in de Tweede Kamer. PVV en CDA steunden een motie van VVD en SP, die de bewindsvrouw oproept de accreditatie (de vergunning om onderwijs te geven) in te trekken.
De Tweede Kamer en de minister zijn verontwaardigd over uitlatingen van rector Ahmet Akgunduz. Hij deed in aanloop naar de Turkse parlementsverkiezingen een oproep om niet op de linkse pro-Koerdische partij HDP te stemmen. Ook noemde hij degenen die de AK-partij van de Turkse president Erdogan niet steunen „homo’s, Armeniërs en domme moslims.”
Bussemaker heeft het bestuur van de universiteit –die eigenlijk een hbo-opleiding is– gevraagd om afstand te nemen van de uitlatingen, maar dat is niet gebeurd. Bussemaker heeft geen vertrouwen meer in de rector omdat hij al drie keer omstreden uitspraken deed en deze niet introk.
Een gesprek dat de minister voerde met de raad van toezicht en het stichtingsbestuur leverde niet voldoende op. „Mijn vertrouwen is niet hersteld, omdat de IUR niet heeft laten zien de maatschappelijke opdracht te kunnen en willen vervullen”, schreef Bussemaker in een brief.
De bewindsvrouw deelde mee dat er al onderzoek gaande is. Over enkele weken komt de conclusie openbaar. Overigens krijgt de ‘universiteit’ geen subsidie van de Nederlandse overheid.
Op zich vindt Bussemaker wel dat er in het onderwijslandschap ruimte moet zijn voor islamitische scholen en opleidingen. Ze stelde dat ze het ook niet altijd eens is met de opvattingen die de Theologische Universiteit in Kampen naar voren brengt, maar ze vindt wel dat er voor een dergelijke universiteit ruimte moet zijn.