Binnenland

„Mijn moeder maakte mij doodziek”

Bijna was ze overleden. Nina Blom (39) lag zo’n twee jaar vastgebonden in bed. Ze kreeg gevaarlijke medicijnen en weinig eten en drinken. Haar moeder maakte Nina jarenlang ziek, doodziek. Op haar veertiende werd ze gered.

Gert de Looze

2 July 2015 22:18Gewijzigd op 15 November 2020 20:11
Nina Blom. beeld Nienke Voetèl
Nina Blom. beeld Nienke Voetèl

Op de bank naast de goedlachse Blom ligt een stapel medische dossiers. „Ik ben in totaal zestien keer opgenomen, in vier reguliere en in drie academische ziekenhuizen. Ik onderging er de meest vervelende onderzoeken. Onnodig, want ik mankeerde niets. Mijn moeder verzon van alles. Ik zou als klein kind darmproblemen hebben gehad en mijn lichaamshouding was niet goed. Later beweerde ze dat ik reuma had. Toen artsen niets konden vinden, kwam ze met een spierziekte op de proppen.”

Blom is slachtoffer van het Münchhausen by proxysyndroom (MBPS). Daarbij maakt iemand –bijna altijd de moeder– een kind opzettelijk ziek, zieker dan het is, of beweert ze dat het ziek is. Soms krijgt een kind slaapmedicatie of laxeermiddelen of wordt het gesmoord om zo een ademstilstand te veinzen. Het vindt allemaal plaats met de bedoeling zelf aandacht te krijgen (zie ook ”Zetmeel in het oor”). De naam van dit syndroom is ontleend aan baron Von Münchhausen (1720-1790), die bekendstond om zijn sterke verhalen. Het toevoegsel ”by proxy”, bij volmacht, duidt erop dat iemand klachten bij een ander veinst of aanbrengt.

MBPS is verstikkend en traumatiserend voor kinderen. Blom: „Mijn moeder zei: „Nina, jij moet de dokter vertellen dat je veel pijn in je buikje hebt.” Ik was ongeveer vijf jaar. Ik wilde het niet en toch deed ik wat ze zei. Als de dokter vroeg of iets pijn deed, zag ik achter de rug van de arts de doordringende ogen van mijn moeder, en knikte naar de arts. Daarna keek mijn moeder een beetje liever. Soms zei ik te vrolijk dat ik klachten had en werd ik achteraf gestraft.”

Hoe was de sfeer thuis?

„Er hing een kille sfeer. Mijn drie jaar oudere zus Eva en ik werden nooit geknuffeld. Speelgoed kochten mijn ouders om de buitenwacht te laten zien hoe goed ze voor ons zorgden. Wij mochten er echter nauwelijks mee spelen. De deuren moesten we met onze elleboog openen, omdat er anders vingers op de klink kwamen. Vriendinnetjes waren thuis niet welkom. Tegenover anderen speelde mijn moeder de rol van lieve, overbezorgde ouder. Maar nadat artsen en verpleegkundigen de kamer verlieten, ging ze verder met haar bedreigingen.”

Hoe verwarrend was dat?

„Heel verwarrend. Ik vroeg mij als klein meisje af of het wel of niet waar was wat mijn moeder beweerde. Ik kreeg het gevoel niet gezond te mogen zijn, niet te mogen lopen en lachen. Ik kan niet goed omschrijven hoe eenzaam ik mij al die jaren voelde. Soms wilde ik schreeuwen: „Ik ben niet ziek, blijf van mijn lichaam af”, maar deze woorden bleven in mijn hoofd steken. Niemand durfde ik de waarheid te vertellen. Mijn moeder had zo veel macht over mij dat ik álles vertelde. Ook als dit in mijn nadeel was, bijvoorbeeld wanneer artsen iets positiefs over mijn gezondheid hadden gezegd.”

Welke rol speelde uw vader?

„Ik was ontzettend bang voor mijn moeder en had daarnaast een vader die heel agressief kon worden en daarbij vreselijk vloekte. Mijn vader hield zich afzijdig. Ik heb nooit liefde van hem ontvangen.”

Het ging van kwaad tot erger.

„Mijn moeder vertelde dat mijn zus Eva mij haatte. Ik mocht vaak niet naar school. De gordijnen van mijn kamer bleven dicht, zodat ik mijn vriendin Claudia niet buiten kon zien staan.

Mijn moeder zette mij in een rolstoel. Ze zwachtelde mijn armen zo strak in dat mijn handen dik waren van het vocht. Als ik haar vroeg waarom ze dit deed, reageerde ze agressief. Zij wist toch wat het beste voor mij was?”

U overleefde het bijna niet.

De laatste jaren lag ik vastgebonden in bed. Mijn moeder bond niet alleen mijn armen, maar ook mijn benen vast, waardoor ze vergroeiden. Soms kneep ze mijn keel langdurig dicht of trok ze mij aan mijn haren omhoog. Eens sloeg ze een tand uit mijn mond.

Ik hoorde dat ik een verschrikkelijk kind was, iemand die het gezin kapotmaakte. Een ondankbaar schepsel dat de zorg van haar ouders niet waardeerde. Regelmatig schreeuwde mijn moeder dat ze een mes ging halen om mij in stukken te hakken. Ik lag dan verlamd van schrik te wachten op de dingen die komen gingen.

Mijn moeder gaf me gevaarlijke medicijnen, pillen tegen epilepsie, spierverslappers en slaapmiddelen. Ik ben er nog altijd niet achter hoe ze aan die pillen kwam. De laatste tijd kreeg ik nauwelijks eten en drinken. Mijn ouders begonnen over euthanasie en ik zag geen uitweg meer.”

Kregen artsen weleens argwaan?

„Mijn moeder opereerde uiterst geraffineerd. Als ze er lucht van kreeg dat een arts wilde ingrijpen, koos ze een andere dokter of klopte ze bij een ander ziekenhuis aan. Soms vonden artsen en verpleegkundigen mij een aansteller en dachten ze dat alles psychisch was. Op mijn veertiende stelde een kinderarts vast dat ik het slachtoffer van het Münchhausen by proxysyndroom was. Hij heeft mij uit huis laten plaatsen.”

Hoe hervond u het leven?

„Ik heb op mijn veertiende alle contact met mijn ouders verbroken. De grote klap, een posttraumatische stressstoornis, kwam pas op mijn zevenentwintigste. Tijdens jarenlange therapie kreeg ik stukje bij beetje het lichaam terug dat mijn moeder mij had afgepakt.

De littekens zullen blijven, zowel lichamelijk als psychisch. Nog altijd volg ik therapie om mijn onderontwikkelde spieren te versterken. Het blijft moeilijk om naar de dokter te gaan als het nodig is. Soms heb ik last van paniekaanvallen. Wanneer honderd mensen positief over mij zijn en één omstander iets negatiefs zegt, ben ik geneigd de laatste te geloven. Het valt niet altijd mee om op mijn eigen intuïtie te vertrouwen en in mijzelf te geloven.

In 2012 heeft mijn zus mij teruggevonden. Toen hoorde ik dat mijn moeder over haar vertelde dat ze epilepsie had. Eva zat tussen twee vuren en wist niet wie ze moest geloven. We proberen nu samen de ontbrekende puzzelstukjes van onze verwoeste jeugd te vinden en zijn inmiddels onafscheidelijk.

Ik ben blij met kleine, voor anderen misschien gewone dingen. Zo geniet ik er enorm van om samen met mijn vriend te eten of om een kleurig bolletje wol van een euro te kopen.”


Zetmeel in het oor, altijd sondevoeding of onnodig in een rolstoel

Een jongen bezocht vaak het ziekenhuis met een oorinfectie. Elke keer werden andere bacteriën aangetroffen. Het was voor het eerst dat Patries Worm, kinder- en vertrouwensarts bij Veilig Thuis Gelderland-Zuid, kennismaakte met het Münchhausen by proxysyndroom (MBPS). Daarbij maakt iemand –meestal de moeder– een kind opzettelijk ziek, zieker dan het is, of beweert zij dat het ziek is. „De moeder van de jongen deed zetmeel in zijn oor, een goede kweekbodem voor bacteriën.”

Worm kent inmiddels meer gevallen. Een meisje dat sondevoeding had of altijd gepureerde voeding kreeg, maar bij anderen gewoon druiven at. Een jongen die thuis in een rolstoel zat, maar op school kon rennen. Worm doet promotieonderzoek naar het syndroom aan de Erasmus Universiteit en is betrokken bij de Stichting Overlevers Münchhausen by Proxy. Ze zit in een landelijke werkgroep rond MBPS, die deze maand voor de eerste keer vergaderde. In deze werkgroep zitten verder vertegenwoordigers van de politie, de Raad voor de Kinderbescherming, het openbaar ministerie, het Nederlands Forensisch Instituut, het Landelijk Expertise Centrum Kindermishandeling en een collega-vertrouwensarts.

Hoe vaak MBPS voorkomt, is lastig te zeggen. „Er zijn jaarlijks tientallen meldingen en er worden in de internationale literatuur dodelijke slachtoffers beschreven. Het syndroom valt moeilijk te bewijzen. Daar komt bij dat artsen pas aan MBPS denken als ze na talloze onderzoeken niets kunnen vinden. Kinderartsen zijn erin getraind om ouders te geloven, omdat deze het beste met hun kind voor zouden hebben.”

Wanneer krijgt Worm een niet-pluisgevoel? „Bij een onverklaarbaar medisch beeld. Als het verhaal van een moeder niet strookt met de resultaten van het lichamelijk onderzoek bij haar kind of als zij het ziektebeeld voortdurend aanpast. Een kind reageert soms anders als de ouder niet bij het onderzoek is. Ik krijg ook argwaan wanneer ouders medisch gaan shoppen nadat een arts heeft aangegeven dat hij geen medische oorzaak voor de klachten kan vinden. Veel schoolverzuim vanwege artsenbezoek kan ook een signaal zijn. Het wordt vaak genoteerd als geoorloofd verzuim, maar is het geoorloofd? Ik pleit ervoor om alle verzuim bij een leerplichtambtenaar te melden, zodat deze zo nodig actie kan ondernemen.”

Mensen die hun zorgen over een kind willen uiten, kunnen bellen met Veilig Thuis (0800-2000) en dan naar een vertrouwensarts vragen, adviseert Worm.

De arts erkent dat zij of anderen spoken kunnen zien. „Na media-aandacht voor MBPS krijgen we bij Veilig Thuis meer meldingen binnen dan gewoonlijk. Bij het doornemen van de feiten blijkt het vaak om iets anders te gaan. Sowieso is het belangrijk om alle klachten grondig tegen het licht te houden, want met onderbuikgevoelens kan niemand iets. Zelf bespreek ik de zorgen over een kind in het algemeen eerst met de ouders, vervolgens praat ik met het kind en daarna leg ik contact met alle betrokkenen, zoals de huisarts en de school.”


Verschrikkelijk kind

Nina Blom werd veertien jaar lang ziek gemaakt door haar moeder. Ze beschrijft hoe het eraan toe ging en hoe ze de weg terugvond in haar boek ”Je bent een verschrikkelijk kind” (uitg. Personalia, Leens; ISBN 9789079287208; € 12,50). In het aangrijpende relaas staan soms heftige vloeken.

Om de ogen van artsen, docenten en hulpverleners te openen, verzorgt Blom jaarlijks zo’n vijftien lezingen over het Münchhausen by proxysyndroom. Ze richtte in 2009 de Stichting Overlevers Münchhausen by Proxy op en heeft regelmatig contact met lotgenoten.

>>stombp.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer