De ministeries van Landbouw, Defensie, Milieu, Volksgezondheid en Binnenlandse Zaken staan achter het staken van de zoekactie, zo maakte Verkeer en Waterstaat donderdag bekend. De Koninklijke Marine gaf vorige week al de hoop op de gifvaten te vinden.

De kans dat eventueel lekkende vaten gevolgen hebben voor het zeemilieu zijn „beperkt". Wel zijn er inmiddels instructies opgesteld voor vissers, mochten zij per ongeluk een van de vermiste vaten met het giftige arseenpentoxide bovenhalen. Mocht dit gebeuren, dan is dat voor het ministerie aanleiding opnieuw met zoeken te beginnen.

Stichting De Noordzee hoopt dat dit ook geldt als het eerste vat pas over twee jaar wordt aangetroffen. „Het moet absoluut worden voorkomen dat in zo’n geval de aandacht is verslapt en er geen nieuwe zoektocht wordt begonnen,€ stelde woordvoerder E. van Well.

Zowel stichting De Noordzee als Greenpeace betreurt de beslissing van het ministerie. Zij zijn van mening dat een groter gebied had moeten worden doorzocht, meldde Van Well. „Er is nu in een strook van ongeveer 1000 meter gezocht, dat had zeker het dubbele moeten zijn."

Rijkswaterstaat voert op dit moment nog een laatste controle in het gebied uit, met het hydrografisch schip de ms. Zirfaea. Zodra deze is voltooid, wordt het negatieve vangstadvies voor het gebied ingetrokken. Voor vissers die later eventueel alsnog een gifvat opvissen, wordt een vergoeding en schaderegeling ingesteld. „Dat moet een volledige schadeloosstelling zijn", vindt De Noordzee. „Vissers mogen absoluut geen nadeel ondervinden van het melden van een vat."

Stichting De Noordzee wil verder dat ook de buitenlandse vissers in het gebied volledig worden geïnformeerd over de situatie, zodat ook zij bij de vangst van een gifvat precies weten hoe te handelen.