Friese politiek kan leren van het leven van een zendingsarts
HEERENVEEN. Tijdens de volgende vergadering van de gemeenteraad van Heerenveen staat het boek ”Geroepen op weg” als ingezonden stuk op de agenda. Burgemeester Van der Zwan is daar positief over. Hij vindt het jammer dat de Heerenveense raad in april geen opvang voor asielzoekers beschikbaar stelde.
Dat zei hij woensdag tijdens de presentatie van het boek in de Nederlands gereformeerde kerk in Heerenveen. De eerste burger nam het eerste exemplaar in ontvangst uit handen van de auteur, zendingsarts Greet Rietkerk (77).
Van der Zwan zei dat het boek, waarin Rietkerk haar leven beschrijft, aantoont dat je als mens het verschil kunt maken door „mensen zelf de kracht te geven om hun leven in eigen hand te nemen. Dat stemt tot optimisme.” Als voorbeeld voor Heerenveen noemde hij een gezin dat vier vluchtelingen opvangt. Daarna stelde hij het jammer te vinden dat de raad van Heerenveen geen asielzoekers wil opvangen en dat het goed zou zijn als de raad het boek zou lezen.
Leiding
De auteur van het boek, afkomstig uit een familie van politici, verwoordde haar idealisme tijdens de presentatie. „Mijn ouders leefden voor het dienen van de Heere en het openstaan voor de naaste.” Haar werk als zendingsarts bracht haar onder meer naar Eritrea en Kenia, waar ze in de gelegenheid was om met het Evangelie bezig te zijn. Wat ze op de zondagsschool verkondigde, deed ertoe.
Eens vertelde ze over de ontmoeting van de Heere Jezus met de Samaritaanse vrouw bij de waterput. Toen ze aangaf dat Jezus tegen de vrouw zei dat ze vijf mannen gehad had, reageerden de Afrikaanse vrouwen verbaasd. „Dus Jezus weet echt wat er allemaal gebeurt?”
De realiteit heeft het idealisme soms overschaduwd. In Eritrea kwam de arts terecht in een oorlogssituatie en stond het ziekenhuis juist in het gebied waar de strijders actief waren. Eens drongen de rebellen door in het ziekenhuis en gijzelden twee vrouwen, Anna en Debbie. Debbie kwam vrij, Anna werd doodgeschoten. Rietkerk liet een foto van het graf zien. „Als je er middenin zit, zie je de leiding van God niet altijd. Dat maakt het niet makkelijk. Maar achteraf zie je die leiding wel.”
Rietkerk zette later, samen met anderen, in Kenia een polikliniek op waar mensen vanuit de wijde omgeving naartoe kwamen. Ze vertelde van een wonderlijke ontmoeting. Op een morgen was ze op weg naar de kliniek toen ze een vrouw met haar zoon tegenkwam. De vrouw vroeg of Rietkerk haar nog kende. De zendingsarts zei van niet, ze zag per dag vaak honderd patiënten. Ook toen de vrouw zei dat Rietkerk geholpen had bij de geboorte van haar zoon, wist ze niet direct wie ze voor zich had, want ze deed honderden bevallingen per jaar. Dat veranderde toen de vrouw, Lota, vertelde dat haar zoon Mboya (Gebed) heette. „Het was een moeilijke bevalling. Ik was die nacht bij haar gebleven en we hadden samen gebeden. Om zes uur kwam het kind. De vrouw zei: „Ons gebed is verhoord.” Ik haastte me toen om terug te gaan naar huis, omdat de polikliniek zo weer zou beginnen. Lota riep me terug: „We moeten de Heere danken voor dit kind. Ik zal het Mboya noemen”, zei ze.”
Rietkerk werd in 1969 uitgezonden door de zendingscommissie van de Orthodox Presbyterian Church in Amerika en werkte 32 jaar in het buitenland. Ze werd gesteund door de Stichting Zendings Thuisfront Holland. De stichting, die nu Edukambani heet, zorgt ervoor dat Keniaanse kinderen naar school kunnen.