Volharden
De volhardende genade kan een kind van God niet afgenomen worden. Een oorlog mag van goederen beroven, een brand uw huis verteren, dieven mogen uw goederen stelen terwijl u in de kerk bent, hier zult u niet van beroofd worden. Dat goed blijft. Noch oorlog, noch dieven, noch brand kunnen u hiervan beroven.In dat lusthuis waar u heen mocht vluchten, zijn de van God gezonden leraars. Daar is het Woord en daar zijn de sacramenten. Daar zijn uw zielszorgers. Daar is uw schat, want wij zijn niet voor onszelf, maar ook voor anderen om de weg der zaligheid te wijzen.
Als u zo’n leraar hebt, houdt hem in waarde. Spreek niet kwalijk over hem, want God legt het woord in de mond van Zijn dienaren. De tijd zou kunnen komen dat u ze niet meer zult hebben.
Wel geliefden, wat bent u dan rijke christenen, wat hebt u dan landerijen, goud, zilver en rentebrieven? Wel, hoe komt u eraan? Als iemand in de wereld in een korte tijd rijk wordt, zo zijn de mensen verwonderd en zeggen: Hoe is die zo snel rijk geworden? Maar christenen, hoe komt u zo rijk? Waar hebt u dat zo snel gehaald? Eerst zo arm en nu zo rijk. Ja, dat komt omdat ze zijn overgegaan in het genadeverbond. Dat heeft zulke rijke beloften. Het is: Ik ben God, uw God! En dat is een woord dat meer is dan alle rijkdommen van de wereld. Ze hebben Jezus tot hun schat.
Henrikus van Rijp, predikant te Utrecht (Verzameling van enige predikaties, 1690)