Koningin Máxima trekt portemonnee in Filipijnen
SILANG. Koningin Máxima brengt deze week voor de Verenigde Naties een bezoek aan de Filipijnen. Dinsdag stonden een ontmoeting met president Benigno Aquino III en een bezoek aan de vruchtbare landbouwstreek bij het Taalmeer op het programma. Daar deed de koningin kennis op die ze bij volgende missies goed kan gebruiken.
Melissa Garcia kijkt angstig om zich heen als haar naam wordt geroepen. De koningin van Nederland loopt over het pad door haar ananasplantage en wil met haar praten. Aarzelend baant Melissa zich een weg door de horde journalisten en fotografen die naar Silang zijn gekomen om verslag te doen van het gesprek. Melissa (36), moeder van vier kinderen met een vijfde op komst zoals ze de koningin even later zal toevertrouwen, zoekt steun bij haar man Manuel. Ze vindt alle aandacht eng.
Koningin Máxima moet dan ook moeite doen om van Melissa alle gewenste informatie los te krijgen. Ze wil weten waarom de Filipijnse zo’n succes heeft met de verbouw van ananassen en welke rol goede toegang tot financiële diensten zoals bankzaken en verzekeringen daarbij speelt. Melissa durft de koningin niet aan te kijken en houdt voeling met de hand van een familielid. Ze spreekt ook maar een paar woorden Engels en dus moet er een vertaler Tagalog aan te pas komen.
Toch krijgt Máxima wel een beeld van het bedrijfje dat Melissa en Manuel op jonge leeftijd zijn begonnen op geleased land van vrienden. Zo zorgen ze ervoor dat niet alle ananassen in één keer rijp zijn voor de oogst. Door gespreid te planten, hebben ze over heel het jaar verspreid wat te verkopen. Ook hebben ze nu citroenbomen, om niet geheel afhankelijk te zijn van de ananas.
Het echtpaar, waarbij Melissa de sleutelrol vervult, heeft de zaken ook uitgebreid. Andere boeren krijgen kunstmest geleverd door hen en hun oogst wordt opgekocht, zodat er op de markt in Manilla grotere partijen vruchten kunnen worden aangeboden.
Melissa hoopt verder de standaard van productie en kwaliteit van de ananassen te verhogen, zodat ze ook kan gaan leveren aan de veeleisende multinational Dole. Ze heeft mede daarom leningen afgesloten bij de Card SME Bank, een instelling die kleine bedrijfjes zoals de plantage van Melissa geld leent om te kunnen groeien. „Geen microkrediet maar een echte lening”, aldus Mary Perreras, de bankpresident die het gesprek bijwoont.
Modelklant
Melissa is een modelklant, zo blijkt wel uit de cijfers die koningin Máxima van tevoren heeft ingezien. Jaarlijks wordt er 2000 euro winst gemaakt. De helft daarvan wordt weer in het bedrijf gestoken. De koningin wil weten of er wordt gespaard en of het gezin ook is verzekerd tegen verlies van de oogst –de natuur kan er hard toeslaan, met tyfoons bijvoorbeeld– en voor ziektekosten.
De antwoorden van Melissa zijn kort en bondig. Ze spaart voor de baby die ze verwacht en de studie van de kinderen. Verzekerd is ze ook, dankzij een aan de bank verbonden onderlinge verzekering. Die kost voor heel het gezin maar 5 euro per jaar. „We hebben 3 miljoen deelnemers. Daarom kan de prijs zo laag zijn”, aldus Perreras.
Máxima blijft ook bij het bekijken van het uitgestrekte veld doorvragen. Mobiel bankieren heeft de toekomst, juist in landen zoals de Filipijnen, waar op de wijd verspreide eilanden banken maar weinig vestigingen hebben. Ze vraagt daarom aan Melissa of ze een mobiele telefoon heeft en of ze die ook gebruikt voor financiële transacties. Een telefoon heeft ze, luidt het antwoord van de nog immer bedeesde Filipijnse. Maar haar geldzaken handelt ze er niet mee af. Ze vertrouwt op contant geld en heeft ook een flink bedrag in kas, zo weet de koningin uit een eerdere briefing.
Op de achtergrond onweert het. Donkere wolken duiden op regenbuien. Máxima kijkt af en toe verschrikt op wanneer de natuur zich met extra kracht in dit door bergen en vulkanen getekende gebied meldt. Maar bij de koningin zelf hangt ook een donkere bui wanneer fotografen zich in het veld begeven om haar met ananassen op de voorgrond in beeld te vangen. Ze kijkt verstoord. „Ik word afgeleid”, zegt ze, omdat ze zich zorgen maakt over de schade aan de oogst. Dat had ze vorig jaar bij een bezoek aan een tomatenkas in China ook al gedaan, om dezelfde reden.
Aan Melissa biedt ze haar excuses aan. Máxima opent haar tas, kennelijk op zoek naar haar portemonnee. Ze wil de beschadigde ananassen kopen. Melissa weert het gebaar af. „Elke cent is er één”, dringt de koningin nog aan. Maar het aanbod wordt afgeslagen. De planten zijn stevig en kunnen tegen een stootje. Kort daarvoor heeft het echtpaar ten behoeve van de televisie ook door het veld gelopen om vruchten te plukken. Dat werd ook niet op kousenvoeten gedaan.
Máxima legt zich erbij neer en neemt afscheid. De zorgvuldig gepresenteerde en klaargemaakte schalen met stukjes ananas die voor de bezoekers klaarstaan worden tot spijt van Melissa en haar medewerkers overgeslagen. De tijdsdruk bij het veldbezoek is te hoog. De koningin wil in haar functie als speciaal gezant van de secretaris-generaal van de VN voor ”inclusieve financiering voor ontwikkeling” in zo kort mogelijke tijd zo veel mogelijk kennis vergaren.
Deze dinsdag staan er in Silang en het naburige Tagaytay vier visites op het programma. Het gezelschap moet verder, naar een microbank, een winkeltje en een pandjeshuis.
Vooruitgang
Máxima leert van de successen en de mislukkingen waarover ze te zien en te horen krijgt. Die wetenschap kan ze bij volgende bezoeken weer gebruiken. Regeringen en centrale banken, zoals dit keer van de Filipijnen en eerder onder meer van Peru en China, nodigen haar daarom graag uit om die kennis te delen. Op die manier hoeft het wiel van betere toegankelijkheid tot financiële diensten niet telkens opnieuw te worden uitgevonden. Landen kunnen van elkaar leren, waarbij Máxima vaak optreedt als vraagbaak en bemiddelaar.
„De Filipijnen maken vooruitgang”, vertrouwt koningin Máxima de massaal opgekomen plaatselijke media toe. Dat er woensdag een nationaal plan wordt gepresenteerd om betere toegankelijkheid te bevorderen is een belangrijke stap in een land waar maar 30 procent van de bevolking –meer vrouwen dan mannen– die toegang heeft.